Het enige vrouwelijke raadslid van de Raad van Commissarissen (RvC) van de Hakrinbank N.V. (HKB), heeft op donderdag 14 april haar aftreden kenbaar gemaakt aan de aandeelhouders, de RvC en de directie van de bank. Zij gaf aan hiertoe besloten te hebben, omdat zaken binnen de bank niet lopen zoals verwacht. Verder stelde zij dat de huidige ontwikkelingen binnen de bank, niet bijdragen aan het goed kunnen functioneren als raadslid.
De redactie verneemt, dat de overige raadsleden van de Hakrinbank onlangs in een officieel schrijven het vertrouwen in de president-commissaris hebben opgezegd. Dit schrijven is naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen binnen de HKB met betrekking tot vermeend grensoverschrijdend gedrag door de CEO. Voorts vernemen wij, dat achter gesloten deuren deze zaak momenteel uitvoerig wordt besproken en dat zelfs de Centrale Bank van Suriname (CBvS), vorge week de RvC van de HKB heeft gesproken hieromtrent.
De president-commissaris van de HKB, heeft een paar weken terug een open brief uitgestuurd waarin staat dat het Curaçaose onderzoeksbureau Compliance & Forensic Services Caribbean (CFSC), tot de conclusie is gekomen dat er ‘geen sprake van seksueel molest, maar wel ongewenst gedrag’ is vanuit de algemeen directeur. De West heeft naar aanleiding hiervan aan de slachtoffers gevraagd, of zij ooit zijn geïnterviewd door het onderzoeksbureau na hun melding in het klokkenluidersplatform. Volgens de slachtoffers hebben zij niets vernomen en zijn nooit individueel gehoord in dit onderzoek. De krant verneemt, dat er nu officieel vier aangiftes zijn gedaan bij de politie tegen de voormelde bankdirecteur en dat het onderzoek reeds is opgepakt door de procureur-generaal (PG). Voorts vernemen wij, dat de staat die ruim 30 procent van de aandelen bezit van de HKB, de bevindingen afwacht van de PG in dit onderzoek. Ook de CBvS heeft afgelopen week naar verluidt laten weten, dat zij een onafhankelijk onderzoek zal instellen in deze zaak.