President Chandrikapersad Santokhi heeft onlangs gezegd, dat er nooit is beloofd 150 visvergunningen te verstrekken aan Guyanese vissers. Volgens het staatshoofd, is Suriname erachter gekomen door mededelingen van de Guyanese regering, dat Guyanese vissers in onze wateren actief zijn met 150 vergunningen, die ook nog bestaan uit boten die opereren met copy’s van dezelfde registratie. Dit vraagstuk speelt al enkele weken tussen de twee regeringen en volgens de Guyanese media, zou het gaan om 50 vissers en niet 150.
Deze kwestie veroorzaakt daarnaast enorm veel irritatie bij de mensen die daadwerkelijk in het beroep zitten en die vragen zich af, of zij moeten vrezen voor hun brood. In de tussentijd wacht de Guyanese regering af, wat het besluit is van de Surinaamse autoriteiten. De Guyanezen hebben zoals gevraagd, alle informatie verstrekt die nodig is om een definitieve beslissing over deze zaak te nemen. Vervolgens vernamen wij, dat de voorzitter van de visorganisatie Upper Corentyne Fishermen Co-op Society (UCFCS), Parmeshwar Jainarine, tegenover een internationaal medium heeft gezegd, dat het slechts om 50 visvergunningen zou gaan voor de Guyanese vissers. Volgens hem is het de Guyanese president, Irfaan Ali, geweest, die besloot dit aantal te brengen naar 150, omdat hij van mening is, dat meerderen zo toegang zouden kunnen krijgen tot de Surinaamse visgronden.
De vraag die nu reist, is wie de waarheid spreekt, want president Santokhi heeft recentelijk verklaard, dat deze zaak heel gecompliceerd is en deze vorm van illegaliteit eindelijk goed aangepakt moet worden.
Daarom is tussen de president van Guyana en president Santokhi afgesproken, dat zij een visserijovereenkomst willen afsluiten, zoals Suriname in het verleden heeft gedaan met meerdere landen.