Het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR), heeft een aanvang gemaakt met het verstrekken van hulpgoederen aan dorpen ten noorden van de Afobakadam. Vanuit het NCCR is enkele dagen gelden ook de distributie van water opgepakt, omdat de waterbronnen vanwege wateroverlast buiten werking zijn. “Als de noodzaak er is dat mensen verhuisd moeten worden naar hoger gelegen gebieden, zal dat gebeuren in samenspraak met Staatsolie en het districtscommissariaat”, zegt NCCR-coördinator kolonel Jerry Slijngard. Dorpen in Brokopondo zijn onder water komen te liggen vanwege het overtollige water dat vanuit het stuwmeer wordt afgevoerd.
Per 20 april heeft het NCCR een aanvang gemaakt met het verstrekken van hulpgoederen, waaronder voedsel, laarzen en dekzeilen. Ook zal de veiligheid worden verhoogd om have en goed van burgers te beschermen. Staatsolie heeft twee vaartuigen beschikbaar gesteld om getroffen personen te verplaatsen. Kolonel Slijngard zegt dat burgers aan weerszijden van de Surinamerivier zijn getroffen. Het NCCR is bezig de situatie in het gebied verder te bekijken.
Slijngard geeft aan dat het onderlopen van de dorpen aan de noordzijde van de dam, in verband staat met de overstromingen in het zuiden. Kolonel Slijngard legt de situatie als volgt uit: “In de afgelopen tijd waarbij het de droge tijd zou moeten zijn, heeft het flink geregend, waardoor de bodem verzadigd is geraakt. Nu komen we in een periode waarbij de grote regentijd aanbreekt, dus hoe meer regen, hoe meer overtollig water we gaan krijgen, want de grond is al verzadigd en kan daardoor het water niet meer opzuigen. Het water gaat dan plekken opzoeken om naar de rivieren of kreken te stromen. Wat er vervolgens gebeurt, is dat de rivieren buiten hun oevers treden, met als gevolg dat gebieden onder water lopen. Het water van de rivieren gaat zich dan verzamelen in het stuwmeer. Normaliter wordt het water afgevoerd uit het stuwmeer door middel van turbines.”
Volgens de coördinator is de hoeveelheid water in het stuwmeer zodanig toegenomen dat men genoodzaakt is de spuikleppen open te gooien.
Om de kwaliteit van de stuwdam niet aan te tasten, mag het water in het stuwmeer niet hoger komen dan 264 ft. Het spuien zorgt ervoor dat veel water in de richting van de dorpen ten noorden van het stuwmeer stroomt.
De situatie is thans zodanig dat er water terechtkomt op plekken waar dat nooit eerder het geval was. “Nu zijn wij bezig om na te gaan hoe wij deze mensen moeten ondersteunen. Gesprekken hierover zijn gaande tussen het NCCR, Staatsolie, de districtscommissaris en het traditioneel gezag”, aldus Slijngard.