De minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing, is gisteren tijdens een persconferentie over het recente ministerieel bezoek aan Barbados, ook ingegaan op de aantijging van vicepresident Ronnie Brunswijk, die onlangs had gesteld, dat Achaibersing geen gelden vrijmaakt voor ministeries die door Abop beheerd worden. ‘’Ik geloof dat Brunswijk bezig is met een politieke strategie, als het gaat om beschuldigingen aan het adres van Financiën’’, zei de minister, eraan toevoegend, dat hij geen moeite heeft met politieke strategieën, maar zich wel stoort aan uitspraken die niet correct zijn.
‘’Laten we de informatie correct gebruiken en dat heeft hij niet gedaan.
En ik heb hem ook gezegd, dat ik publiekelijk zal weerleggen wat hij beweerd heeft‘’, zei Achaibersing. De vicepresident haalde aan, dat het zonnepanelenproject van het binnenland, niet naar behoren is verlopen. Volgens de minister is dit geenszins het geval. ‘’Bijkans US-dollar 1 miljoen van dit project, is gefinancierd uit de begroting van Financiën en Planning. Dit omdat de begroting van Natuurlijke Hulpbronnen niet toereikend was. Dus hoe faciliteer ik niet?’’, aldus Achaibersing. ‘’De vicepresident vergeet te vertellen dat het project geen voortgang kan vinden, omdat het proces van een ontheffingsresolutie nog niet voltooid is. En deze minister zal geen zaken doen als processen niet correct zijn uitgevoerd, want ik ga mezelf niet in problemen brengen.” Volgens Achaibersing is er wel een achterstand in het vrijmaken van gelden voor ministeries, echter is reeds 90 procent van de gelden, inclusief de achterstanden, overgemaakt naar de Abop-ministeries. ‘’Het is dus niet zo dat er geen middelen vrijgemaakt worden. De Abop-ministeries krijgen zelfs meer geld dan de VHP-ministeries.’’ Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken die eveneens aanwezig was, zei dat er ook geen geld overgemaakt kan worden voor projecten die niet van de staat zijn. ‘’Dit is iets dat zich vaak voordoet’’, zei hij. Lettende op de percentages die de Abop-ministeries krijgen, is er volgens Achaibersing, geen reden tot klagen. Hij gaf aan dat hij het niet van respect vindt getuigen om personen op die manier te bespreken. ‘’Ik ben er niet gediend van om zo besproken te worden in het openbaar, vooral als aangehaalde zaken niet correct zijn’’, aldus de minister.