VES: ‘Dienstreizen en pakkettenbeleid staan in schril contrast met beloften regering’

De tegenstellingen zijn duidelijk. Regeringslieden en DNA-leden reizen de wereld rond en genieten van daggelden – waarop ze blijkbaar recht zouden hebben – en hun politieke partijen verdelen en verkopen pakketten aan zwaar verarmende burgers. Dit staat in schril contrast met de beloften die door deze leiders zijn gedaan. Beloofd was dat men samen met de samenleving offers zou brengen. Helaas is de realiteit anders. Coalitiepartijen waarvan twee voorzitters de hoogste functies bekleden in ons land, zijn in de positie om zorg te dragen dat er beleid ontwikkeld en geïmplementeerd wordt, waarbij het volk tegen betaalbare prijzen kan komen aan levensbehoeften.

De afwezigheid van een daadwerkelijk ‘sociaal vangnet’ zorgt ervoor dat de kwetsbaren nog meer getroffen worden.

In plaats van beleid te ontwikkelen zodat elke burger en specifiek de sociaalzwakkeren een redelijk bestaan kunnen leiden, houden de partijen van deze twee leiders zich bezig met pakketten. Dit tast de waardigheid van eerbare burgers aan. Beter zou het zijn als de President en Vicepresident ervoor zouden zorgen, dat (a) ministers en partijleden minder zouden reizen op kosten van de gemeenschap en (b) dat zij zich zodanig zouden inzetten dat burgers in alle delen van Suriname, de beschikking hebben om tegen betaalbare prijzen (basis)goederen aan kunnen schaffen en dat het sociaal vangnet ter ondersteuning van kansarmen, operationeel wordt.

IMU-IMF

In maart heeft de Raad van Bestuur van het Internationaal Monetair Fonds IMF) positief beslist over de vorderingen binnen de Extended Fund Facility (EFF) voor Suriname tot en met 31 december 2021. Hopelijk kan de Regering dit drie jaar lang ook kan vasthouden. Het is toe te juichen dat er vanuit de Implementatie en Monitoringsunit IMF (IMU-IMF) van het ministerie van Financiën en Planning, voortgangsrapportage meetings zijn met de VES en overige stakeholders. De IMU-IMF heeft toegezegd dat de rapportage gepubliceerd zal worden op de website van het ministerie.

Lazard

Na langer dan een jaar heeft de Regering eindelijk aangegeven, hoeveel de kosten zijn die Suriname voor de Lazard lobby betaald. De onthulling in De Ware Tijd dat Lazard is aangetrokken voor USD 3 miljoen, is door de minister van Financiën en Planning bevestigd. De vraag is waarom de Regering langer dan een jaar geheimzinnig deed over de kosten die Lazard in rekening brengt en wat de uitkomsten tot nu toe zijn van de door Lazard uitgevoerde activiteiten. Opmerkelijk is dat er uiterlijk 31 maart 2022, een overeenkomst zou moeten zijn bereikt met de verschillende schuldeisers. Helaas is dit niet het geval. Alleen door publicatie van het contract kunnen we beoordelen of Lazard heeft gefaald in het bereiken van deze deadline of dat het aan onze Regering heeft gelegen.

Goudbelasting

Door de stijging van de internationale grondstoffenprijzen ontvangt de Staat meer aan inkomsten aan de productie en export van olie en goud. Vooral in de goudsector zijn er mogelijkheden om meer te verdienen, zeker wat betreft de kleine goudmijnbouw. In het Herstelplan 2020-2022 dat door De Nationale Assemblee tot wet is verheven, staat dat er een goudbelasting van 7,5 procent zal worden ingesteld. Zonder duidelijke verklaring heeft de Regering deze goudbelasting die ze zelf had gesteld op 7,5 procent voor de kleingoudmijnbouw, gesteld op 4,5 procent. Hierdoor ontvangt de overheid bewust veel minder dan gepland, terwijl dit een van de weinige sectoren is die ruim verdient en zonder problemen kan betalen. Hierdoor mist de overheid de inkomsten die broodnodig zijn voor herstel van de economie. Het is duidelijk een kwestie van politieke keuzen welke groepen moeten (mee)betalen aan het herstel. Het verschil zal door andere (groepen) burgers moeten worden opgebracht.

Nationale productie wordt verder verlamd

Ook de goudmultinationals Newmont en IamGold, zouden die verhoging van 6 procent naar 7,5 procent moeten betalen. Nu blijkt dat deze bedrijven zich niet geroepen voelen om mee te betalen aan het herstel, wil de Regering dit bedrag geraamd op ca. USD 10 miljoen per jaar, verhalen op de ondernemers die nu vrijstelling van invoerrechten hebben op kapitaalgoederen en grond- en hulpstoffen. Dit zal de nationale productie verder verlammen en de verwachtte groei van het bruto binnenlands product (bbp) verder vertragen. De onwil van multinationals moet de Regering niet verhalen op de lokale ondernemers!

More
articles