171 militairen van het Nationaal Leger (NL) zijn vandaag bevorderd in een naast hogere rang. Dit is wederom een stap vooruit om achterstanden in de rechtspositie van militairen op te heffen. Volgens minister Krishna Mathoera van Defensie is het van groot belang voor de defensieorganisatie dat zij over gemotiveerde en betrokken militairen beschikt. “Dat kan, wanneer we u op tijd geven waarop u aanspraak maakt”, benadrukte de bewindsvrouw. Vandaar dat alle bevorderde militairen gelijk hun beschikking in handen hebben gekregen en aan het einde van de maand het salaris dat gekoppeld is aan de nieuwe rang zullen krijgen. Vorig jaar zijn er ruim 900 militairen bevorderd. Het streven is om dit jaar alle achterstanden in rechtsposities in te lopen. De afgelopen periode is er ook behoorlijk geïnvesteerd in de opleidingen voor militairen. Zo is vorig jaar ongeveer SRD 1.8 miljoen geïnvesteerd en zijn ruim 70 militairen naar buitenlandse trainingen gestuurd. Dit jaar zijn er tot nu toe al 30 militairen naar het buitenland gestuurd.
Deze investeringen leveren ook resultaten op. Als voorbeeld kunnen genoemd worden de bijzondere prestaties die de cadetten Eleos Peerwijk en Argilio Frankly geleverd hebben bij de Caribbean Military Academy in Jamaica. Suriname is hiermee op de kaart gezet. “De periode waar je je verstand op nul moest zetten is voorbij. Vandaag de dag is elke militair een denktank. Hij is verplicht zijn verstand te activeren en scherper en beter te worden”, aldus de minister. Goed geschoolde en getrainde militairen zijn de enige manier om voorbereid te zijn op de kerntaken van bescherming en ondersteuning in een snel veranderende wereld.
“Er zal nu ook meer van u verwacht worden”, benadrukte de waarnemend bevelhebber, luitenant-kolonel Werner Kioe A Sen. Externe omstandigheden, zowel nationaal als internationaal, vereisen dat de defensieorganisatie zich aanpast. Dat betekent dat de paraatheid en het strategisch vermogen moet worden verbeterd. “Het is van belang dat elke militair beseft dat onze organisatie zich in een transitiefase bevindt en dat de inzet van elke militair nodig is om de verdere ontwikkeling en verbetering van de organisatie te garanderen”, aldus de legertopman. Zowel de waarnemend bevelhebber als de minister benadrukten bijzonder trots te zijn op de inzet van de militairen in de afgelopen periode.