Regering Biden staat voor hindernissen bij mogelijke olie-deal Venezuela

In 2019 hebben de VS een verbod ingesteld op de invoer van olie uit Venezuela, kort nadat president Nicolás Maduro de herverkiezing won in een stemming die algemeen als frauduleus wordt beschouwd. Maar de regering Biden heroverweegt die beslissing in de nasleep van een andere grote oliesanctie: het Amerikaanse verbod op de invoer van Russische “ruwe olie en sommige aardolieproducten” vorige week na de Russische invasie van Oekraïne.

De regering Biden heeft een reeks sancties uitgevaardigd na de invasie van Rusland. In de begindagen van de confrontatie had ze echter afgezien van het opleggen van een verbod op Russische olie uit angst dat een dergelijke stap de olie- en benzineprijzen in de Verenigde Staten alleen maar verder zou doen stijgen. Maar terwijl de oorlog voortduurde, kondigde de regering op 8 maart een invoerverbod aan.

Toch staat de regering Biden voor de uitdaging om de ongeveer 670.000 vaten per dag aan verloren Russische olie en olieproducten, goed te maken en om de bezorgdheid over de stijgende benzineprijzen in de VS weg te nemen. Op 5 maart stuurde de regering een delegatie naar de Venezolaanse hoofdstad Caracas om de mogelijkheid te bespreken om Venezolaanse ruwe olie terug in de VS toe te laten

Kort na de weekendbijeenkomst heeft Venezuela twee gevangen genomen Amerikaanse staatsburgers – een van hen is een Citgo-oliemanager – vrijgelaten als een gebaar van goede wil jegens de regering Biden. Een dergelijke toenadering  stuit echter op weerstand van zowel politieke leiders van beide partijen als van Juan Guaidó, de belangrijkste politieke tegenstander van Maduro in Venezuela.

Afgelopen vrijdag hield de gouverneur van Florida, Ron DeSantis, een evenement in Doral, Florida, tegen het beëindigen van het embargo op Venezolaanse olie.

En de Republikeinen van de Amerikaanse senaat hebben een wetsvoorstel ingediend dat de VS verbiedt om ruwe olie uit zowel Venezuela als Iran te importeren.

Maar Democraten, waaronder senator Bob Menendez, D-N.J., en Republikein Debbie Wasserman Schultz, D-Florida, hebben ook kritiek geuit op elke poging om de sanctie op Venezolaanse olie te beëindigen. Bovendien hebben sommige Republikeinen beweerd dat de vrijlating van gevangenen in Venezuela, neerkomt op een “tegenprestatie” in verband met de mogelijke versoepeling van de oliesancties. Maar dinsdag ontkende een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken dit en voegde eraan toe: “Er was absoluut geen tegenprestatie. We hebben gewerkt om de vrijlating van die Amerikanen te verzekeren sinds het allereerste begin van deze regering.” Ondertussen is Chevron Corp. van plan om de operationele controle over zijn joint ventures in Venezuela over te nemen, mocht Washington de handel in Venezolaanse olie toestaan.

Deze tweeledige oppositie tegen het beëindigen van de sancties komt op een moment dat de regering van Biden probeert de economische druk in de VS te verminderen, veroorzaakt door de stijgende wereldwijde olie- en benzineprijzen, verergerd door de invasie van Oekraïne.

De olieprijzen stegen in de dagen voorafgaand aan de invasie. Maar sinds 24 februari, de dag waarop de invasie begon, steeg de prijs van ruwe Brent Noordzee voor levering in mei scherp van USD 95 naar een record van USD 128 op 8 maart, voordat de prijs de afgelopen dagen terugviel tot net boven USD 100. Momenteel vertegenwoordigt de export van Russische olie en aardolieproducten naar de VS ongeveer 8% van alle geïmporteerde olie van de VS en minder dan 2% van het totale aanbod van de VS.

Het beëindigen van de Amerikaanse sancties tegen Venezuela zou bijdragen aan de Amerikaanse olievoorziening en zou de prijzen van olie en benzine kunnen verlagen. Het zou ook helpen om de plaats van Venezuela op de wereldwijde oliemarkt nieuw leven in te blazen.

Een Venezolaanse petroleumfunctionaris zei onlangs, dat de olieproductie van het land met minstens 400.000 vaten per dag zou kunnen stijgen tot een totaal van 1,2 miljoen vaten als de VS het embargo beëindigen. Dat is ver verwijderd van het einde van de jaren negentig, toen het land bijna 4 miljoen vaten per dag produceerde. Sindsdien heeft de olie-industrie van het land te lijden gehad van wanbeheer, onder-investering en het Amerikaanse embargo.

Auteur: John Kimelman is een financieel journalist. Kimelman woont in New York en heeft gewerkt voor Barron’s, CNBC.com, American Banker en Financial World. Zijn expertisegebieden omvatten o.a. beleggen, commercial banking en nationale politiek.

More
articles