‘’Het is niet vereist dat de president persoonlijk aanwezig moet zijn in strafzaken waarbij mensen voor de strafrechter moeten verschijnen ter zake belediging van het staatshoofd. De veiligheidsdiensten van de president of de waarnemend president, zijn voldoende in staat te beoordelen of burgers de grens van vrije meningsuiting hebben overschreden”, aldus advocaat Chandra Algoe, in gesprek met een lokaal medium. Dit naar aanleiding van de recente aanhoudingen van burgers die het staatshoofd zouden hebben beledigd. Tot één van hen behoort de activist Sibrano Pique. Hij zou in een video via sociale media, vulgaire taal tegen het staatshoofd hebben gebruikt. Hiervoor zou hij zijn opgeroepen, waarna hij verklaarde, dat het niet om de president zou gaan, maar om een goede vriend in Nederland, die hem geld schuldig was. Na te zijn voorgeleid, werd hij ingesloten. De rechter-commissaris verlengde de aanhouding met dertig dagen.
Algoe zegt dat vooral om het feit dat er videobeelden zijn, zulks de zaak vergemakkelijkt. Dit omdat hetgeen is gezegd, niet voor meerdere uitleg vatbaar is. “Als het voor de president was gedaan, en de twee alleen het hadden gehoord, dan zou de president moeten komen opdagen, om aan te geven, wat de uitlatingen zijn geweest die hem hebben gekrenkt”, aldus de advocaat.
Zij zegt verder dat het beledigen van burgers onderling ook vervolgbaar is, echter zal in dat geval aangifte gedaan moeten worden door één der partijen. “Dat het beledigen van een staatshoofd strafbaar is, is opgenomen in het wetboek van strafrecht. Daar hoeft geen aangifte voor gedaan te worden”, zegt Algoe. Volgens haar moeten burgers zich leren te houden aan wet en regelgeving. “Voor iedereen geldt er straf voor het beledigen van een ander. Alleen is de straf zwaarder bij het beledigen van het staatshoofd”, aldus de advocaat.