Gerechtigheid gezocht voor alle slachtoffers van mensenrechtenschendingen

De stichting 8 december 1982 werd benaderd door nabestaanden van Jules Ronald John Blagrove, Eugene Olieberg en agent Rabindre Robin Ramkisoen Panday, moedige politiemannen die hun werk naar eer en geweten deden en vermoord zijn 35 jaar geleden op 20 maart 1987 in de politiepost van Tamanredjo, om hen te herdenken en hulde te brengen. “De stichting ziet het als een plicht haar bijdrage te leveren als voorvechter van mensenrechten. We zijn hier bij elkaar om te “herinneren”, maar ook om af te keuren de laffe moorden op deze zonen van Hermandad. Politiemannen die uit hun bed werden gelicht in onderkleding door een moordcommando en naar de politiepost werden gebracht. Twee politiemannen die al op de post aanwezig waren zagen kans te ontvluchten waardoor het dodental gelukkig niet hoger was”, aldus Sunil Oemrawsingh, voorzitter van de Stichting 8 december 1982, gisteren tijdens de herdenkingsdienst te Tamanredjo. Na de dienst werden de aanwezigen in de gelegenheid gesteld om bloemen te leggen bij het gedenkteken.

Gevluchte slachtoffers

Een der gevluchte slachtoffers heeft in een proces-verbaal, dat werd opgemaakt door de politie in Paramaribo, het volgende verklaard: “Ik liep een schampschot onder mijn oog op. Ik wilde mij besmeuren met het bloed van Panday zodat de mannen bij terugkeer zouden denken dat ik dood was. Hij vervolgt door de zeggen: “Het moordcommando, gekleed in groene militaire uniformen, doorzocht de politiepost, mishandelden de politiemannen en schoten ze vervolgens dood. De brigadier werd vol in zijn borst geraakt en viel vervolgens neer. Hij viel van zijn stoel en kwam met zijn gezicht op de vloer terecht. Ik hield mij vervolgens de hele avond schuil in Tamanredjo. Zijn andere gevluchte collega bevestigde de echtheid van het proces-verbaal na aankomst in Paramaribo. Hij, de tweede overlevende politieman: “Ik ben na aankomst in Paramaribo meteen verhoord. Het onderzoek is na onze twee verklaringen meteen gestopt. Daarom ben ik in mei 1987 gevlucht naar Nederland.”

Mensenrechtenschendingen

Sinds 25 februari 1980 hebben heel veel mensenrechtenschendingen plaatsgevonden in ons geliefd land. Op enkele na is er geen gedegen onderzoek gedaan waardoor ook geen vervolging en veroordelingen zijn gevolgd. Al deze mensenrechtenschendingen vonden plaats omdat er geen rechtsstaat was, die een schild moet zijn voor individuen tegen willekeurige actie van de staat. De schendingen van mensenrechten konden plaatsvinden omdat Suriname een militaire dictatuur was. Wij, als Stichting en nabestaanden, zoeken nog steeds naar gerechtigheid. Wij zijn vastbesloten de Republiek Suriname steeds te wijzen op haar verantwoordelijkheid vastgelegd in de Grondwet, en internationale verdragen zoals het Amerikaans verdrag voor de rechten van de mens en het BUPO-verdrag en te eisen om alle mensenrechtenschendingen te onderzoeken, de schuldigen te vervolgen en de nabestaanden gerechtigheid te schenken”, zegt Oemrawsingh.

Volgens de voorzitter kan het niet zo zijn, dat de nabestaanden van de handhavers van de orde en veiligheid, de moedige politiemannen Blagrove, Olieberg en Panday, maar ook Herman Gooding, nog steeds op zoek zijn naar antwoorden. “Er moet volledige verantwoording worden afgelegd in alle mensenrechtenschendingen en er kan voor niemand amnestie zijn voor deze misdaden. Geen enkele regering kan zijn handen in onschuld wassen, we kunnen geen cultuur hebben van straffeloosheid. We roepen de regering op om een inventarisatie van alle mensenrechtenschendingen in Suriname, vooral na 25 februari 1980, te maken in samenspraak met nabestaanden, mensenrechten organisaties en andere relevante maatschappelijke organisaties. Het Bureau Mensenrechten in Suriname en het Openbaar ministerie zullen hierin een meer actievere rol moeten spelen.”

Onze binnenlandse verantwoordingsmechanismen ‘functioneren niet zoals ze zouden moeten’. Het moet duidelijk zijn voor de samenleving dat de Stichting 8 december 1982 niet een eenzijdige kijk op de mensenrechtenschendingen heeft, want er zijn ook rechten geschonden van militairen van het Nationaal Leger. Als we zeggen “alle, dan bedoelen we onomwonden alle”. Er kan geen vooruitgang worden geboekt zolang er een klimaat van straffeloosheid blijft bestaan.

“Het is belangrijk omdat de tijd ook voor veel, veel gezinnen verder gaat en gezinnen moeten met waardigheid afsluiten. Afsluiting wordt bereikt wanneer we gerechtigheid ervaren, in dit geval dat de moorden van onze geliefden in alle eerlijkheid zijn onderzocht, de daders verantwoordelijk worden gehouden zijn vervolgd en bestraft. Dat geeft antwoord op onze roep voor en recht op waardigheid, recht en rechtvaardigheid. Dit is de eerste steen in de weg om verder te kunnen gaan met ons leven en om verder te kunnen bouwen aan onze toekomst als families, maar ook als samenleving.

De Stichting 8 december 1982 heeft gisteren samen met de families van de in 1987 vermoordde agenten van politie Blagrove, Olieberg en Panday, wederom de oproep gedaan naar de huidige regering om te voldoen aan deze bijzondere plicht die rust op hun schouders: Bevrijd Suriname van elk restje van de blinde muur. “Laat onbevreesd gerechtigheid zegevieren en vrede zal ons deel zijn.”

 

More
articles