De complexe strijd tegen witwassen – deel 1

Begin maart 2022 heeft De Nationale Assemblee (DNA), de ontwerpwet ter voorkoming en bestrijding van money laundering en terrorismefinanciering behandeld. Deze ontwerpwet is een nieuwe stap die de Surinaamse regering zet om uiteindelijk in alle opzichten te voldoen aan de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF) en de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF). De ontwerpwet kan worden gezien als een samenvoeging van twee eerdere wetten te weten: de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (Wet MOT) en de Wet Identificatie bij Dienstverlening (WID). Het onderwerp witwassen is actueel in Suriname. Eind februari en begin maart 2022, is het land bezocht door een delegatie van de CFATF die een beoordeling heeft uitgevoerd van de robuustheid van de anti- witwaswetgeving en de handhaving daarvan. In de loop van 2022, zal rapport worden uitgebracht dat uiteindelijk op de website van de CFATF openbaar zal worden gemaakt.

In juni 2021 werd de in Suriname geboren, Nederlandse advocaat mr. Gerard Spong, 75 jaar. Bij die gelegenheid werd Spong, zoals vaker, uitgenodigd in een talkshow op televisie. Hem werd de vraag gesteld, terugkijkend op zijn 50-jarige loopbaan als strafrechtadvocaat, welk domein in het strafrecht het meest complex is. Zonder aarzeling antwoordde Spong: ‘’Witwassen.’’ Ik denk dat hij daarin gelijk heeft en ik zal proberen dit te duiden en enige duidelijkheid te scheppen.

Wat is witwassen?

Witwassen vormt een onderdeel van wat ik financieel economische criminaliteit (FEC) noem. In hoofdlijnen bestaat FEC uit witwassen, corruptie, fraude en financiering van terrorisme. Er zijn echter tal van strafrechtelijke delicten die een verband met FEC hebben, waaronder diefstal, oplichting, belastingontduiking, bedrieglijke bankbreuk of flessentrekkerij.

In economische zin kan witwassen worden omschreven als het proces waarbij illegale voorwerpen, meestal geld (zwart geld) de schijn krijgen van legaliteit. De nadruk ligt op ‘schijn’, want het voorwerp dat wordt witgewassen, wordt natuurlijk nooit echt legaal. Nadat het voorwerp is witgewassen, wordt het doorgaans grotendeels teruggesluisd in de reële economie. Dus zwart geld wordt uiteindelijk gebruikt in allerlei economische transacties. Je zou zelfs kunnen stellen, dat het dus in zekere zin ook een economische impuls geeft, maar de keerzijde is dat er nooit belasting over is betaald. Nog erger is dat door de infiltratie van het zwarte geld in de reële economie, er ook sprake is van infiltratie van de onderwereld van criminaliteit in de bovenwereld en dat dus de integriteit van de samenleving als geheel in het geding is. Witwassen is om die reden uiteindelijk ook vanuit een economisch perspectief erg onwenselijk.

Witwassen is in Suriname strafbaar gesteld in de artikelen 1 en 3 van in de Wet Strafbaarstelling Money Laundering (verder: Wet SML). Gesteld zou kunnen worden dat de Wet SML een bijzondere wet is naast het Wetboek van Strafrecht. Zonder de letterlijke tekst van de delictomschrijving hier te citeren, gaat het bij witwassen om vier bestanddelen, te weten: 1) Er moet een voorwerp zijn dat wordt witgewassen. Dit voorwerp is meestal geld, maar kan ook bestaan uit allerlei andere goederen. 2) Degene die wordt verdacht van witwassen, moet dat bewust hebben gedaan dan wel de verdachte had redelijkerwijs moeten vermoeden dat sprake is van witwassen. Met andere woorden: er is sprake van opzet of schuld. 3) De verdachte verhult het witwassen. Hij is dus niet transparant. Tenslotte is het laatste en vierde bestanddeel, dat het voorwerp direct of indirect afkomstig moet zijn uit enig misdrijf. Belangrijk is in dit verband dat de strafrechter tot schuldigverklaring komt als alle vier de bestanddelen wettig en overtuigend zijn bewezen. Als ook maar één bestanddeel naar het oordeel van de rechter niet wettig en overtuigend is bewezen, volgt vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. Het is aan de officier van justitie om dat bewijs te leveren.

Hoeveel geld wordt witgewassen?

De moeilijkheid is dat FEC moeilijk is te meten. Dat houdt direct verband met het feit dat criminele activiteiten zich in een schim van geheimzinnigheid of verhulling afspelen. Er zijn domweg geen statistieken die nauwkeurig aangeven, hoeveel crimineel geld er over de wereld stroomt, maar toch zijn er schattingen gemaakt. In de wetenschap en ook door financieel forensische instituten, zoals de Association of Certified Fraud Examiners (ACFE) zijn schattingen gemaakt die in 2020 opliepen tot een totaalbedrag van circa USD 4 biljoen. Aan de hand van de onderzoeken wordt gesteld dat voor alle ondernemingen in de wereld geldt, dat circa 2,5% tot 5% van de omzet (het wereldwijde bruto nationaal product of GDP) is geïnfecteerd door FEC. We praten dus wel over megagrote bedragen en, belangrijker nog, over georganiseerde wereldwijde criminaliteit. Het jagen op een kruimelcrimineel die een brood steelt in de winkel moge rechtvaardig klinken, maar zet geen zoden aan de dijk. Om deze wereldwijde georganiseerde criminaliteit het hoofd te bieden en te bestrijden, is het nodig om internationaal samen te werken, beschikking te hebben over moderne onderzoektechnieken, verschillende disciplines te hebben die samenwerken zoals juristen, forensisch accountants, fiscalisten, gedragsdeskundigen, diplomaten en bankiers. Suriname heeft daartoe in november 2021 eindelijk het verdrag tegen corruptie van de Verenigde Naties, het UNCAC, geratificeerd. Dit is een belangrijke stap geweest, nu gevolgd door de invoering van de ontwerpwet tegen witwassen en financiering van terrorisme in 2022.

Samenwerking tussen de publieke en private sector

Witwassen is verboden bij wet. Van oudsher is het de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat de wet wordt gehandhaafd. Echter, de maatschappij is de laatste decennia in belangrijke mate meer complex geworden. Het is allang niet meer zo dat wetshandhaving uitsluitend een verantwoordelijkheid van de overheid is. Ook de private sector heeft in dit verband een verantwoordelijkheid gekregen. De ontwerpwet, maar ook de voorgangers daarvan, de Wet MOT en de WID, zijn wetten waarbij de wetgever simpelweg een taak oplegt aan sommige geledingen in de private sector. De taak komt toe aan de dienstverleners die in art. 1 van de ontwerpwet worden genoemd, grofweg verdeeld als financiële dienstverleners en niet-financiële dienstverleners. De taken zijn in de eerste plaats de plicht dat de dienstverleners de klanten dienen te identificeren en in de tweede plaats dat ongebruikelijke transacties die de klanten uitvoeren dienen te worden gemeld bij het meldpunt MOT, ofwel de Financial Intelligence Unit Suriname (FIU Suriname).

De dienstverleners die in de ontwerpwet worden genoemd en die dus taken toegewezen hebben gekregen, staan als het ware aan het begin van de handhavingsketen. De handhavingsketen is de aaneenschakeling van instanties die criminaliteit vervolgen en voor de rechter brengen. Deze zijn de meldende dienstverlener, de FIU Suriname, het Open-baar Ministerie en de rechter. De dienstverleners zijn de eersten die op enig moment zicht krijgen op transacties die mogelijk verband houden met witwassen en daarvan melding doen. Het is van groot belang dat deze melding zo uitgebreid en zo gedetailleerd mogelijk wordt vastgelegd opdat de latere schakels in de handhavingsketen met deze melding verder kunnen werken en tot vervolging daarvan te kunnen overgaan. Het zijn soms bancaire medewerkers die zicht krijgen op ‘vreemde’ transacties. Het kunnen accountants zijn die zicht krijgen op bijzondere of afwijkende transacties bij hun cliënten of het zijn notarissen die zicht krijgen op een bijzonder snelle waardestijging van onroerend goed in zogenaamde ABC-carrousels (het snel achter elkaar verkopen van onroerend goed). Ook advocaten kunnen worden geconsulteerd over transacties die tot argwaan aanleiding geven. Zodra sprake is van de verdenking dat een transactie verband zou kunnen houden met witwassen, dient deze onverwijld (…en dit is doorgaans binnen 10 werkdagen) aan de FIU Suriname te worden gemeld. De ontwerpwet is niet heel duidelijk over de vrijstelling van de meldingsplicht aan advocaten, notarissen of belastingconsultenten indien deze zijn betrokken bij de bepaling van de rechtspositie van hun cliënt. Een cliënt moet vrij kunnen spreken met zijn advocaat, notaris of belastingconsultent wanneer sprake is van een juridisch geding. Internationaal hebben deze dienstverleners in deze hoedanigheid geen meldingsplicht en prevaleert hun geheimhouding ter zake het besprokene met hun cliënten. De ontwerpwet zou op dit punt meer helderheid kunnen geven.

In Suriname wordt de strijd tegen witwassen vooral gevoerd vanuit het strafrecht. Tijdens het Surinaamse Nationaal Compliance Congres in februari 2022, heeft de oud-procureur generaal mr. Roy Badhjnath Panday ervoor gepleit, dat elke Surinamer vanaf 18 jaar een fiscale identiteit krijgt en dat het fiscale strafrecht verder wordt ontwikkeld. Minister Albert Achaibersing van Financiën en Planning, heeft op 10 maart 2022 in De Nationale Assemblee aangegeven, dat er inmiddels stappen zijn ondernomen tot de oprichting van een Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst, een dienst die gelijkenis heeft met de Nederlandse FIOD. Hiermee kan de strijd tegen witwassen ook langs de fiscale lijn worden gevoerd, hetgeen de effectiviteit van de strijd tegen witwassen alleen maar bevordert.

14 maart 2022

Prof. Dr. Peter Diekman RA

Hoogleraar Anton de Kom Universiteit van Suriname

More
articles