Afrikaanse studenten zeggen dat het voor hen heel moeilijk is om Oekraïne te verlaten. Onder de hashtag #AfricansinUkraine, delen ze hun verhalen. Bijvoorbeeld hoe ze vaak worden geweigerd in treinen en bussen, en hoe lastig het kan zijn om de grens over te komen. Patricia Daley is een Keniaans-Britse advocaat en activist die de studenten probeert te helpen. Ze spreekt van ‘’een patroon van discriminatie’’. Haar team heeft contact met duizenden studenten op de vlucht. “Ik kwam er snel achter dat veel buitenlandse studenten het erg moeilijk hebben. Niet alleen Afrikanen, maar alle mensen van kleur, ook uit bijvoorbeeld India, hebben veel problemen om weg te komen en krijgen niet dezelfde toegang tot transport of accommodatie.”
Bij de grens wordt er volgens haar met twee maten gemeten. “Er is sprake van segregatie: alle mensen van kleur moeten in aparte rijen. En ook als ze hun paspoorten en studentenvisa op orde hebben, wordt het ze heel moeilijk gemaakt, vooral aan de Poolse grens.” Ook de Nigeriaanse president Muhammadu Buhari, uitte gisteren daarover zijn ongenoegen. De NOS sprak met Afrikaanse studenten die uit Oekraïne zijn gevlucht.
Emmanuel Wills (27), internetondernemer
De Ghanees Wills is gisteren in Boedapest aangekomen met zijn twee zussen (studenten geneeskunde) en broer (student bouwkunde). Emmanuel, zelf al afgestudeerd, heeft een website voor studenten die ook in Oekraïne willen studeren. “De ergste plek op aarde”, noemt Emmanuel het treinstation in Charkov. “Op het station liep gewapende politie rond die Oekraïners naar vertrekkende treinen begeleidden. Niemand gaf ons informatie, dat was heel bewust.
Buitenlanders werden overgeslagen.” Op het perron werden we weggeduwd. Ze sloegen andere buitenlanders met de achterkant van hun wapen en gebruikten tasers. Ik bleef maar herhalen dat we geen problemen willen.”
‘s Nachts lukt het Emmanuel en zijn familie alsnog om Lviv te bereiken. Daar moesten ze overstappen. “Militairen en politie zeiden dat vrouwen en kinderen voorrang hadden, maar toen ik probeerde mijn zussen aan boord te krijgen, duwden ze ons weg. Het ging om Oekraïense vrouwen en kinderen. Pas als er op het laatst een plek over was, namen ze zwarte vrouwen mee. We hebben 24 uur gewacht in de kou.”
Het laatste obstakel was de grens met Hongarije, aan de Oekraïense kant. “We hadden allemaal geldige documenten bij ons maar het was niet makkelijk. Voor buitenlanders waren er aparte rijen. We zijn nu veilig, maar alles waar we zo hard voor hebben gewerkt, zijn we kwijt.”
Bij de Pools-Oekraïense grens vertellen Afrikaanse vluchtelingen hun verhaal:
Cynthia Iwueke (22), student bedrijfskunde
Iwueke studeerde in Charkov. Ook zij ging naar Boedapest, waarvandaan ze terugvliegt naar Nigeria. Het is dat Cynthia deze zomer zou afstuderen, anders was ze al eerder vertrokken. Ze moest dringen voor een plekje in de trein naar Kiev. “Het was survival of the fittest”, schrijft ze via WhatsApp. Ze vertelt dat een treinconducteur haar tegenhield: “Ze wilde me niet binnenlaten. Oekraïners moesten voor. Ze duwde en schopte me.” Een Oekraïense man schoot Cynthia te hulp en zorgde dat ze op de trein kwam. “Ik heb nog altijd pijn op de borst.” En toen moest de reis nog beginnen. “Het was de langste reis van mijn leven.” In Kiev gingen de lichten in de coupé uit en draaiden passagiers de raampjes open. De schoten waren hoorbaar. “Het was heel eng. Dit wens ik zelfs mijn vijanden niet toe.” Een overstap naar de stad Oezjhorod bracht Cynthia dicht bij de grens. Daar heeft ze tot haar opluchting weinig problemen ondervonden: “De Hongaren zijn aardig.”
Siméon Vagne (30), student Landbouweconomie
Vagne komt uit Ivoorkust en studeerde landbouweconomie in Charkov. Hij is met een bus onderweg naar de Ivoriaanse ambassade in Berlijn. Siméon mocht de grens met Polen oversteken. Toch is hij verdrietig: zijn vrienden liet hij achter in Oekraïne. Vanwege het haastige vertrek hadden ze geen papieren bij zich.
Vier dagen eerder begon zijn reis vanuit Charkov. Een lange treinreis, busrit en tientallen kilometers te voet brachten de vriendengroep naar het westen van het land. Maar nog voor ze de grenspost bij Polen bereikten, zagen ze op hun weg Afrikaanse mensen die rechtsomkeert hadden gemaakt. “Ze waren helemaal ontmoedigd, ze vertelden ons dat zwarte mensen niet werden doorgelaten.” Bij de grens was het chaotisch, zegt Siméon. “Daar begon de ellende. We werden van de ene naar de andere rij gestuurd. We hebben acht uur gewacht – het was echt heel koud.” Een video die hij maakte ging viral op social media. Na een aantal keren aandringen – hij droeg het kindje van een vriend in zijn armen – mocht hij doorlopen.
Bron: NOS