Gebedshuizen kunnen gezien worden als werkplek
Tijdens de behandeling van de Wet Geweld en Seksuele Intimidatie Arbeid en de Wet Gelijke Behandeling Arbeid, op donderdag 17 februari in De Nationale Assemblee, bleek dat religieuze leiders vrijstelling van de wet krijgen. De motivatie is dat gebedshuizen niet gezien kunnen worden als werkplek. Veel assembleeleden waren het hier niet mee eens en voerden aan, dat ook gebedshuizen gezien kunnen worden als werkplek en derhalve niet uitgezonderd mogen worden.
Ook juriste Serena Muntslag-Essed, die gisteren deel uitmaakte van het panel in het radioprogramma Welingelichte Kringen, vindt het niet terecht dat religieuze leiders vrijstelling krijgen. ‘’Je wilt gelijkheid of je wilt het niet. Maar je kunt niet die wet concipiëren en zeggen dat er sprake van gelijke rechten moet zijn, maar voor de geestelijke leiders geldt dat niet. Dit kan niet”, stelde Muntslag-Essed.
De vrijstelling is volgens de jurist niet doeltreffend, omdat kerkgemeenschappen gezien worden als een plek waar eenieder gelijk is. ‘’En als het daar geoorloofd is dat er sprake is van ongelijkheid, hoe wil je dat de personen in de maatschappij dat anders moeten zien?’’ Indien men gelijkheid wil, moet volgens Muntslag-Essed, de wet voor alle organisaties gelden en moet er niet aan een organisatie vrijstelling gegeven worden.
Zij schaart zich achter de assembleeleden en stelt eveneens, dat een religieuze gemeente vergeleken kan worden met een werkplek.
Dat werknemers middels een wet beschermd worden tegen geweld en seksuele intimidatie op de werkvloer, is goed zegt Muntslag-Essed, maar de wet moet terug op de operatietafel. ‘’De achterliggende gedachte is goed, maar hoe de wet er nu uitziet, is niet deugdelijk”, aldus Muntslag-Essed.