IMAGOSCHADE BENADRUKT

Met de onwoorwaardelijke veroordelingen door de kantonrechter tot gevangenisstraffen tegen  de verdachten Van Trikt,  Hausil,  Kromosoeto en Angnoe, in het welbekende Centrale Bank van Suriname en SPSB-schandaal, heeft Suriname wederom en zeer nadrukkelijk, een enorme imagoschade opgelopen. Volgens de  rechter is in deze zaak overduidelijk gebleken, dat de  verdachten hun posities hebben misbruikt  en bij een geïnstitutioneerd orgaan als de Centrale Bank, over zijn gegaan tot zware c.q. grootschalige corruptie. De opgelegde straffen  waren:  Robert-Gray van Trikt,  ex-governor van de Centrale Bank, 8 jaar voor  het overtreden van de Anti-corruptiewet, verduistering, deelname aan een criminele organisatie, overtreding Wet op Money Laundering en valsheid in geschrifte, Faranaaz Alibaks-Hausil, oud-stafmedewerkster van de Centrale Bank, overtreding van de Anti-corruptiewet en deelname aan een criminele organisatie, 3 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf, Ginmardo Kromosoeto  oud-directeur van de Surinaamse Postspaarbank, SPSB, werd 5 jaar gevangenisstraf opgelegd, overtreding van de Anti-corruptiewet, ambtsverduistering en deelname aan een criminele organisatie werd bewezen geacht, tegen Ashween Angnoe, ex-partner van Robert van Trikt in het accountantskantoor Orion, werd 4 jaar gevangenisstraf uitgesproken. Angnoe heeft volgens de rechter de Anti-corruptiewet overtreden, evenals de Wet op Money Laundering en zich voorts schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte. Inmiddels is bekendgemaakt dat de veroordeelden in dit schandaal, in beroep gaan tegen de voormelde opgelegde straffen. Niet alleen de veroordeelden zullen moeten boeten voor de gepleegde misdrijven, ook Suriname kan groot nadeel ondervinden van deze vonnissen, nu bewezen is geacht dat het viertal misbruik heeft gemaakt van de aan hen toebedeelde hoge functies om niet alleen de staat, maar de algehele gemeenschap te benadelen. Alleen het feit al dat de rechter bewezen heeft geacht dat  drie verdachten deel zouden hebben uitgemaakt van een criminele organisatie, wijst aan dat zowel de Centrale Bank, het toezichthoudend orgaan op het algehele financiële systeem in Suriname als de SPSB, onder controle stond van een criminele organisatie en in het belang van deze organisatie, corrupte  en frauduleuze handelingen verrichtte. Een lichtpuntje in deze algehele affaire is thans wél, het feit dat het Hof heeft geoordeeld, dat het financieel en monetair beheer van Suriname  in handen van  een criminele organisatie berustte en dat zulks niet ongestraft kan blijven en corruptie kan worden aangepakt. Dat Suriname  geen goede beurt  maakt door zeker twee veroordelingen van governors van onze Centrale Bank  en één van een directeur van een staatsbank, staat buiten kijf. Suriname moet na deze veroordelingen alle zeilen bij zetten om weer op het juiste vertrouwde pad te komen. Het wantrouwen dat er momenteel in het buitenland tegen ons heerst, moet langzaam maar zeker verdwijnen en dat kan slechts als we de juiste en integere mensen in de Centrale Bank  en de commerciële valutabanken positioneren en ook verder ondersteunen. We mogen namelijk niet uit het oog verliezen dat op korte termijn, eind februari, we ons moeten laten zien bij de Caribbean Financial Action Task Force, CFATF, om aan te tonen dat we op serieuze wijze bereid zijn de witwaspraktijken in dit land op de juiste en vereiste wijze aan te pakken en dat we ervoor zullen waken dat gelden verkregen uit misdadigheid, niet zullen worden aangewend voor de financiering van het internationale terrorisme.  Als we een goede beurt maken bij  de CFATF, zijn we al een eind op de goede weg na al de opgelopen imagoschade.

More
articles