Het water staat de meeste personen in dit land aan de lippen, en dan bedoelen we dat de lonen allang niet meer voldoende zijn om de prijzen voor goederen en diensten, het hoofd te kunnen bieden. Hoe dat allemaal zo gekomen is, begrijpen velen niet en weten weinigen die verstand hebben van financiële en economische ontwikkelingen en perikelen die zich kunnen voordoen binnen de macro-economie, wel. Heeft allemaal te maken met de depreciatie van onze nationale munt de SRD in de periode 2010-2020. In 2010 hadden we een SRD die een inruilwaarde had tegenover de Amerikaanse dollar van 2.80,- . In de voormelde periode werd de dekking van deze munt stelselmatig geruïneerd door wanbeleid van de regering Bouterse met een governor Hoefdraad op de Centrale Bank en later op Financiën. In die periode werden de monetaire reserves van Suriname in de Centrale Bank opgemaakt door Hoefdraad en wel tussen 2010 en 2015, er volgde de ene na de andere ontwaarding van de SRD.
Monetair wanbeleid pur sang werd er gevoerd van 2010-tot 2020. Ons geld werd steeds minder waard en daarom moesten we steeds meer SRD’s neertellen voor een dollar en ook een euro.
Alles aan monetaire dekking werd weggeslagen en uiteindelijk ging het boevenregiem van Bouterse zover om zelfs de valutakasreserves en termijndeposito’s van de burgers, toevertrouwd aan de lokale banken en ondergebracht in de Centrale Bank, doodgewoon te stelen. In juli 2020 toen de regering Santokhi aantrad, werd het duidelijk dat de regering Bouterse tot op de laatste dag een strategie van verschroeide aarde had toegepast en dat alle middelen die noodzakelijk waren om door te regeren, waren weggeslagen.
Santokhi moest noodgedwongen een beroep doen op de lokale banken om haar in staat te stellen de ambtenaren uit te betalen. Bouterse en zijn regering die op dat moment demissionair waren, konden geen beroep meer op de banken doen, want die hielden hun poot stijf en konden niet langer geïntimideerd worden. De staatskas was leeg en er moesten drastische maatregelen getroffen worden om sociale erupties te voorkomen.
Maar de ellende van het desastreuze Bouta-regeringsbeleid heeft nog steeds zeer enerverende naweeën en de staat heeft nog steeds grote tekorten om beter te kunnen besturen.
De begrotingstekorten zijn nog steeds enorm en daar dient verbetering in gebracht te worden. Waar velen naar hunkeren betreft de penibele koopkracht die sterk verslechterd is. Hier moet zeker wat aan gedaan worden. Snelle salarisaanpassingen zonder productieverhogingen en goede afzet, zal een oncontroleerbaar ernstige inflatoir effect in de hand werken en daar hebben we geen van allen wat aan. Het is geen geheim dat salarisverhogingen in een dergelijke verziekte economie zonder een tastbare productietoename tot verdere prijsverhogingen zullen leiden. Je bent dan als loontrekker geen stap vooruit gekomen. Krijg je namelijk meer loon, ga je ook meer willen kopen en dat zal maken dat de handelaar zijn voorraden sneller zal moeten aanvullen. In een importeconomie zoals die van ons betekent zulks, dat de handelaar meer deviezen nodig zal hebben. De vraag naar vreemde valuta zal dan onmiddellijk stijgen en het aanbod blijft hetzelfde. Men gaat dan meer SRD’s vragen voor de dollar en euro’s en die verhoogde koersen worden dan ook gelijk doorberekend in de groot- en kleinhandel. Gevolg is dat je salarisverhoging gelijk niets meer voorstelt. Je bent er als loontrekker geen steek beter van geworden.
Het is daarom verstandig goed om te springen met verhogingen en die gedoceerd toe te passen en harder te gaan werken aan de productieverhoging en dan in het bijzonder de productie die op de export gericht is. Zolang we niet in staat zijn dat te realiseren, blijft het dweilen met de kraan open en wel door gewoon lukraak hogere lonen in SRD uit te keren.
Als de valuta wisselkoersen dan ook niet stabiel blijven en stijgen, zullen de goederen en diensten ook verder stijgen en heeft de salariscorrectie niks bijzonders opgeleverd. Hopelijk beseffen alle stakeholders dat in voldoende mate.