Naar aanleiding van brieven gericht aan de Raad van Commissarissen van de Hakrinbank en aan de Hakrinbank Werknemers Organisatie (HWO), zijn aandeelhouders onlangs uitgenodigd een informeel gesprek bij te wonen. Het gesprek duurde ruim drie uren.  Er kwamen diverse zaken aan bod, onder andere de anonieme beschuldigingen tegen een lid van de directie. Op de voormelde bijeenkomst is er bezorgdheid over deze beschuldigingen tot uitdrukking gebracht en enigszins belicht. Er zouden in het interne (en digitale) anonieme klokkenluidersysteem diverse meldingen gedaan zijn van kwalijke gedragingen van een directielid van de Hakrinbank. Hierdoor is er naar aanleiding daarvan een signaal afgegeven, dat de raad vanwege zijn rol als toezichthouder, meer informatie op prijs zou stellen. Informatie vanuit het systeem (en dus de klagers) is nog in afwachting. Tijdens de meeting werd besproken, dat met de gegevens zoals voorhanden, bij het Openbaar Ministerie navraag is gedaan, maar destijds is te kennen gegeven, dat er geen strafrechtelijk onderzoek loopt. Met die informatie is er ook advies gevraagd aan de Centrale Bank van Suriname als toezichthouder, maar deze heeft geen maatregel genomen of aangeraden jegens het voormelde directielid.

Binnen de Hakrinbank hangen op verschillende plaatsen, waaronder de lift, flyers met informatie over het klokkenluidersysteem en wanneer dit van toepassing is. Naar verluidt, liggen er verschillende zaken bij advocaten die betrekking hebben op klachten tegen het voormelde directielid. De aandeelhouders hebben gewezen op verontrustende rapportages in de media en verzocht, nauwlettend en doortastend onderzoek toe te passen, waar nodig met behulp van tot beroepsmatig geheimhouding verplichte deskundigen.

Tevens zijn zorgen geuit over meer verontrustende berichtgeving, als zou:

– aangifte gedaan zijn, maar formeel ondertekening getraineerd zijn geworden;

– aangifte in het thuisressort zijn gedaan van een invloedrijke aandeelhouder;

– de aandeelhouder in kwestie zich ingemengd hebben met de kwestie en zelfs betalingen verricht hebben aan een melder van gedragingen;

– de aandeelhouder zich voor gunsten tot de Hakrinbank gewend hebben;

– een of meer melders in hun arbeidspositie benadeeld zijn, na het voorvallen van meldingen.

Naar verluidt werden concrete wenken aangeboden, van welke rechtsbijstandverleners, de raad in contact zouden kunnen brengen met bronnen van informatie, zonder de anonimiteit van melders in het gedrang te brengen.

Naar wij vernemen, heeft de aanwezige vertegenwoordiging van de raad het een en ander ter kennis aangenomen, maar de president-commissaris heeft de globale strekking van de meer verontrustende berichten, veelal weersproken. Een ander aanwezig lid van de raad bracht nuance aan, maar vroeg ook om geduld.

Ingezonden door een bezorgde burger.