CBvS veilt deposito’s

De valutakoersen en de rentetarieven in Suriname zijn vrijgegeven. De Centrale Bank van Suriname (CBvS) is verantwoordelijk voor het stabiliseren van de waarde van de SRD. Dat kan zij doen door de hoeveelheid geld die in omloop is te beïnvloeden. Wanneer de vraag naar goederen en diensten door de grote geldhoeveelheid hoger is dan het aanbod, ontstaat inflatie. De CBvS heeft kortgeleden veilingen van deposito’s geïntroduceerd om de geldhoeveelheid te verminderen. Algemene banken kunnen inschrijven op deze veilingen en tegen de toegewezen rente een deposito plaatsen bij de CBvS.

De CBvS veilde woensdag 22 december in totaal SRD 1.400 miljoen aan deposito’s aan de banken voor een week, een maand of drie maanden, tegen rentes van maar liefst 60% tot 90% op jaarbasis. Het is de bedoeling van de CBvS om overtollige liquiditeiten aan de markt te onttrekken en daarmee de waarde van de SRD te ondersteunen. De hoge rentes zijn kennelijk gebaseerd op een veronderstelde inflatie van 63,3% per jaar, het prijsindexcijfer van november 2021 ten opzichte van het jaar ervoor. De banken plaatsten slechts SRD 295 miljoen, ca. 20% van het aanbod, bij de CBvS tegen gemiddeld ca. 80% op jaarbasis. De reële rente zou dan volgens de CBvS ca. 17% zijn, 80% minus 63%.

De rente die de CBvS betaalt is zeer hoog. Desondanks wordt maar een klein deel van het aanbod benut. Er zijn kennelijk niet zo veel overtollige liquiditeiten. Het is sterk de vraag of de CBvS met de bandbreedte voor de rente niet overdrijft. De ‘inflatie’ over het afgelopen jaar is gebaseerd op prijsstijgingen die voor een groot deel bestaan uit afbouw van overheidssubsidies op water, elektriciteit en gasoline. De werkelijke inflatie is veel lager en de afgelopen maanden beperkt: volgens het Algemeen Bureau voor de Statistiek in september 1,3%, in oktober 1,5% en in november 3,2% per maand, dus gemiddeld 2% per maand. Dat is op jaarbasis ruim 25% en geen 63,3%.

Menigeen heeft zich verbaasd over de zeer hoge rentes die de CBvS betaalt. Dat moet veel geld kosten en de banken mooie winsten opleveren, maar dat zal toch niet de bedoeling zijn? De CBvS publiceerde een uitgebreide ‘verduidelijking’ over haar nieuwe monetaire beleidsraamwerk en de werking daarvan, maar die klopt niet. De CBvS schrijft dat zij zich ervan bewust is dat monetaire stabiliteit een prijskaartje heeft en het in dit geval de rentekosten betreft. Helaas berust dit op een misverstand en onjuiste toepassing van de theorie.

Afgezien van het feit dat de CBvS veel tekst nodig heeft om haar punt te maken, tweemaal de lengte van dit artikel, zijn enkele veronderstellingen onjuist. Het begint met de stelling dat de rente vrij tot stand komt. Dat is niet waar wanneer de CBvS vooraf bandbreedtes en minimumrentes bepaalt die zij zelf aan de banken zal betalen. Vervolgens vindt de CBvS terecht dat de rente hoger moet zijn dan de inflatie, thans volgens de CBvS ca. 63%, maar de echte inflatie is dus geen 63%. De werkelijke inflatie was de afgelopen drie maanden zo’n 25% op jaarbasis. Dat is veel minder dan 63%.

De rentevergoeding over de deposito’s is dus veel te hoog. De CBvS veronderstelt dat zij de rente kan beïnvloeden met deze opgenomen deposito’s.

Dat is in de kleine niet-perfecte Surinaamse markt een illusie, zeker wanneer de banken hiervoor niet enthousiast zijn. Het zou wel kunnen met geld dat de banken van de CBvS (moeten) opnemen, maar dat zou de geldhoeveelheid verruimen. De CBvS kan zich heel veel kosten besparen door lagere rentes voor de deposito’s aan te bieden of helemaal te stoppen met de veilingen.

De CBvS moet zich in dit stadium niet laten ringeloren door het IMF met theoretisch juiste concepten die in de praktijk onjuist worden toegepast. De werkelijke inflatie is op jaarbasis thans zo’n 25%. Daar moet het beleid op zijn gebaseerd. De veilingen van deposito’s in de huidige opzet hebben niet het beoogde effect, maar maken de CBvS arm en de banken rijk.

Hans Moison  

More
articles