CBvS verwijt DE WEST geen ‘hoor en wederhoor’

“De Centrale Bank van Suriname (hierna: de Bank), heeft met verbazing kennis- genomen van het artikel inzake de directie-opvolging bij De Surinaamsche Bank N.V., zoals dat door een gerenommeerd lokaal dagblad is gepubliceerd op 1 december 2021. De Bank herkent zichzelf niet in het beeld dat in het artikel van de Bank wordt geschetst, omdat dit niet in overeenstemming is met de feiten. De Bank erkent de rol die de pers heeft in een democratische samenleving, maar deze rol brengt ook de verantwoordelijkheid met zich dat de pers invulling geeft aan de gangbare ‘best practice’ van hoor en wederhoor. Dat is in onderhavig geval niet gebeurd. De Bank zal niet ingaan op zaken betreffende individuele onder toezicht staande instellingen. De Bank wenst echter wel te benadrukken dat zij nimmer zal toestaan dat er zich een situatie voordoet bij een individuele instelling die negatieve gevolgen kan hebben voor de instelling zelf of voor de stabiliteit van het financieel systeem als geheel. Indien naar het oordeel van de Bank zich toch een dergelijke situatie voordoet, zal zij niet aarzelen om de nodige maatregelen te nemen. De Bank laat zich hierbij niet leiden door willekeur maar door haar verantwoordelijkheid voor de instandhouding van een stabiel financieel systeem, het belang van de individuele onder haar toezicht staande financiële instellingen en de met deze instellingen verbonden klanten en overige belanghebbenden”, aldus de CBvS in een communiqué.

Noot van DE WEST

Er is niet aangegeven welk onderdeel van de verslaglegging niet overeenstemt met de feiten. Wanneer door onderzoeksjournalistiek waarnemingen vastgesteld worden, is wederhoor niet aan de orde, omdat de waarheidsvinding los staat van ‘hoor’. Het is niet het geval dat bij de redactionele bijdrage in kwestie een bron geciteerd is, zodat de opinie van de Bank niet aan de zuiverheid van verslaglegging zou bijdragen.

Maatschappelijke rust is niet de verantwoordelijkheid van de journalistiek en evenmin onderdeel van de taakstelling van de Bank conform artikel 9 van de Bankwet. Maatschappelijke rust kan een uitvloeisel zijn van een gezond bankbeleid, maar omgekeerd kan kritiek op het gevoerd beleid of feitelijke rapportage die onderdelen van het beleid blootlegt die willekeur en ondoorzichtigheid etaleren, niet verzwegen om het bij effect van rust ten alle koste, na te streven.

More
articles