Bedrijfsvoering spaar- en kredietcoöperaties niet gefundeerd op risico gebaseerde benadering

De toezichthouder oefent nog geen AML/CFT toezicht uit op de coöperatieve sector is gebleken uit het onderzoek, dat is verricht in het kader van de National Risk Assessment (NRA)en, er zijn thans geen concrete AML/CFT instructies en richtlijnen uitgevaardigd voor de sector. Daarom zijn er nog geen administratieve en strafrechtelijke sancties toegepast. “De toezichthouder hanteert voor de nodige gedrag- en structuurverandering bij spaar- en kredietcoöperaties, (voornamelijk) moral suasion, maar heeft in de afgelopen 5 jaren, één (1) ‘aanwijzing’ gegeven aan een kredietcoöperatie vanuit prudentiële overwegingen. De CBvS heeft wel toetredingsregels voor de diverse categorieën van kredietcoöperaties. De herkomst van het kapitaal moet worden aangegeven, met ondersteunende documenten. Voor de inrichting van AML/CFT processen en procedures binnen de bedrijfsvoering, hebben de coöperaties richtlijnen ontvangen van de toezichthouder.

Er geldt een geheimhoudingsplicht voor elke medewerker, maar er kan niet bewezen worden dat elke medewerker zich hieraan houdt”, aldus de NRA. Uit het onderzoek is verder gebleken, dat hoewel er vanuit de sector geen meldingen zijn gedaan aan de bevoegde instanties, er geen richtlijnen zijn die de medewerkers die vermoedens rapporteren, kunnen beschermen. “Er zijn geen specifieke voorzieningen getroffen om de integriteit aangaande AML/CFT van het personeel te monitoren en bevorderen. AML/CFT bewustzijn bevindt zich in de beginfase. Er is nog geen verplichting voor het trainen van medewerkers, waar er een AML/CFT trainingenbeleid ontbreekt. Echter heeft het personeel van de spaar- en kredietcoöperaties in beperkte mate AML/CFT trainingen gevolgd. De bedrijfsvoering van spaar- en kredietcoöperaties is niet gebaseerd op een risico gebaseerde benadering (RBA). De functie van de compliance officer is nog niet ingevuld en er is thans ook geen sprake van AML/CFT audits”, stelt de NRA vast.

Controle

Er vindt volgens het onderzoek echter wel KYC/CDD plaats, ook van de uiteindelijke begunstigde en wordt de bron van herkomst nagegaan. Daarnaast is er geen (onafhankelijk) systeem, waarbij UBO’s kunnen worden gecontroleerd. Bij de gesloten vorm van coöperaties zijn de gegevens van de werknemer bekend bij de Human Resources Management (HRM) afdeling. De gesloten kredietcoöperaties verifiëren de identiteit van de cliënt voornamelijk bij de HRM afdeling van de maatschappij waar de cliënt werkzaam is en/of met een CBB-uittreksel.  De implementatie van AML/CFT in de coöperatieve sector ligt nog in de startblokken en entiteiten hebben volgens de NRA onder andere nog geen beleid op het gebied van het identificeren, screenen en administreren van mogelijke AML/CFT transacties. Er is tijdens het onderzoek geconstateerd geringe beschikbaarheid en toegang tot informatiebronnen. “De KKF is één van de weinige onafhankelijke instanties die kan worden geraadpleegd ter verificatie van informatie inzake rechtspersonen. Er is geen overkoepelende organisatie van kredietcoöperaties in Suriname”, onderkent de NRA.

 

 

More
articles