Suriname gaat al ruim zeven jaar gebukt onder een economische crisis, die zo langzamerhand is veranderd in een depressie, waar we als land uit moeten zien te komen. Suriname verdient uit productie en export ruim onvoldoende harde convertible valuta, en heeft een veel te geringe export om de economie goed draaiende te kunnen houden. De afgelopen 7 jaar heeft de vorige regering Bouterse de zaak draaiende kunnen houden, door steeds meer buitenlandse leningen aan te gaan en heeft daarna het bestuur van dit land overgedragen met een miljarden binnenlandse schuld en een buitenlandse die in de honderden miljoenen dollars beloopt bij landen en financiele instellingen. De economie is totaal geruïneerd achtergelaten, met een vrijwel totaal leeggehaalde monetaire reserve in de moederbank,, die de regering Santokhi nu wederom tracht op te bouwen. Maar de financieel economische ravage die door het vorige regiem is veroorzaakt, kan niet wederom snel tot groei worden gebracht, zonder een financiele injectie van het Internationaal Monetair Finds, IMF. Maar om aan de penningen van het IMF te komen, moeten er aanpassingen binnen de economie worden aangebracht. Dit kan worden gerealiseerd door een Economisch Herstelplan op te stellen en uit te voeren. Het IMF stelt namelijk zeer stringente voorwaarden, alvorens geld ter beschikking te stellen aan Suriname. In de tijd van het Front voor Democratie en Ontwikkeling heette een dergelijk plan het Structureel Aanpassingsprogramma, SAP en nu Herstelplan. Allemaal erop gericht, de economie te hervormen en acceptabel te maken voor een IMF overbruggingslening. De maatregelen die toegepast moeten worden binnen dit herstelplan, zijn onder meer fiscale, afbouwen van subsidies op onder meer nutsvoorzieningen en het unificeren van de wisselkoersen van de SRD ten opzichte van de Euro en dollar. Surinamers zullen dus veel meer moeten gaan betalen voor goederen en diensten, en dat allemaal in het kader van het herstelplan en de eisen van het IMF. Deze maatregelen hebben wél velen reeds tot de bedelstaf gereduceerd. Vooral de tarieven voor elektriciteit zijn moordend gebleken voor verreweg de meesten. Maar als we allemaal veel meer moeten betalen voor de dure stroom en straks ook water, dan is het meer dan billijk dat alle Surinamers een financiële bijdrage leveren voor elektriciteit en dat binnen alle gebieden van de republiek. Het is namelijk al jaren zo, dat bewoners van het binnenland gratis worden voorzien van elektriciteit, terwijl andere Surinamers keihard moeten betalen voor hun stroom, op straffe van afsluiting bij het niet voldoen van de maandelijkse stroomrekening. Gesteld moet worden, dat de overheid vele miljoenen op maandbasis aan diesel, smeerolie en onderdelen moet ophoesten, om generatoren in het achterland draaiende te houden in dorpen van binnenlandbewoners, die geen cent bijdragen om van stroom voorzien te zijn. De overheid die al enorme financiële tekorten heeft binnen de begroting en met stunt en vliegwerk zelfs de ambtenaren maandelijks betaalt , kan goed beschouwd gratis stroom voor het binnenland niet langer financieren. Het wordt dan ook de hoogste tijd, dat de Surinamers in het binnenland wordt bijgebracht, dat de overheid deze kosten niet langer kan dragen en er hard aan gewerkt dient te worden, dat ook deze landgenoten voor stroom gaan betalen. Het heeft niets te maken met vijandigheid ten opzichte van landgenoten die in het binnenland wonen, maar zuiver en alleen met een financiële noodsituatie, waarbij de overheid niet langer de middelen heeft om te blijven betalen voor een gratis stroomvoorziening van dorpen in het achterland. Ook ten opzichte van mensen die maandelijks trouw hun stroomrekeningen voldoen, is deze sterk verouderde tegemoetkoming niet langer verkoopbaar en heeft nu nog slechts te maken met bevoorrechting van een deel der samenleving.