Brandstof voor energieopwekking niet zo goedkoop als beweerd

Bij de laatste DNA-vergaderingen werden er veel opmerkingen gemaakt over de prijzen die gehanteerd worden en daardoor het tarief voor energie aan de hoge kant doet uitvallen. Met name parlementariër Rabin Parmessar vroeg zich af waarom de prijs van USD 70 wordt gehanteerd voor de aankoop van een barrel olie terwijl Heavy Fuel Oil (HFO), de olie die de machines gebruiken om stroom op te wekken, USD 45 kost. Minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen, zei dat hij wilde weten waar de brandstof voor die prijs gekocht kan worden, omdat dat een significante daling van de energierekening zou betekenen.

De minister presenteerde een vergelijking van de kostprijsberekening tussen het huidige tarief versus de kostprijsberekening voor het nieuwe tarief. De minister haalde aan dat vanaf 12 juli 2021 de prijs werd berekend op basis van een koers van SRD 18.18 voor de USD, USD 70 per barrel olie en een goudprijs van USD 1750 per troy ounce. Het nieuwe tarief vanaf 12 oktober wordt berekend op basis van een koers van SRD 21 voor de USD, USD 80 per barrel olie en een goudprijs van USD 1800 per troy ounce. Abiamofo heeft door middel van een overzicht van de meest prestigieuze website aangaande olieprijzen aangetoond wat de prijzen zijn.

Volgens Daily Platts & Bunker Prices van 11 oktober ligt zelfs de prijs van de meest vieze olie nu boven USD 70. “Energieopwekking met HFO vindt niet plaats ergens in de buurt van Acaraigebergte of Grensgebergte. Ze vindt plaats waar er mensen wonen. We kunnen het niet maken om op basis van olie met een zwavelgehalte van 3% energie op te wekken. Wat gebeurt er met de gezondheid van de Surinamers? Wij wekken energie op met olie rond 0.7% zwavelgehalte, omdat ook de gezondheid van onze medemens ons dierbaar is. Maar ook al zouden we voor de laagste kwaliteit olie kiezen, zien we dat die USD 74 kostte op 13 oktober”, legde de minister uit.

De Energiebedrijven Suriname (EBS) nemen al jaren energie af van Staatsolie. Niet alleen omdat de betaling dan in SRD kan geschieden, maar ook omdat er verrekening met dividend kan plaatsvinden. Abiamofo deelde mee dat met de nieuwe methodologie EBS in staat moet zijn zelfstandig de energierekening, stroomopkoop en brandstof te betalen, dus er moet geen verrekening meer met dividend plaatsvinden. De minister benadrukte dat de regering niet eens is met alle bepaling in de overeenkomsten tussen EBS en Staatsolie en Staatsolie en de staat. “Maar we durven wel te zeggen dat de EBS richting openbare aanbesteding moeten gaan. Er is overleg met Staatsolie hierover. De transparantie is goed en we verwachten door liberalisatie van de valutamarkt dat de EBS nu wel in staat zal zijn om dollars te betrekken, wat daarvoor niet mogelijk was”, stelde Abiamofo. Over het contract tussen EBS en Staatsolie Power Company Suriname (SPCS) in 2013, zei de minister dat deze overeenkomst heronderhandeld moet worden en dat men daarmee al is gestart. “We hebben naar alle opties gekeken. Er was opgenomen dat de kosten berekend worden op basis van de te leveren energie die is overeengekomen. We hebben het zover gekregen dat de kosten berekend worden op basis van wat daadwerkelijk wordt geleverd. We kijken naar alle overeenkomsten over stroomopkoop en olieopkoop”. De Afobakaprijs is gesteld op afgerond USD 2 cent, terwijl het due diligence rapport aangeeft, dat het maximaal USD 0,9 cent is. Parmessar gaf op basis hiervan aan dat de regering tegen de Energiewet handelde, omdat in artikel 9 lid 3 van de wet is opgenomen dat de exploitatiekosten van de Energie Autoriteit Suriname (EAS) ten laste zijn van de overheid.

Abiamofo zei dat dit klopt en dat die kosten ook op de begroting van het ministerie zijn. Echter vroeg hij Parmessar zich niet alleen te beperken tot lid 3, omdat lid 4 het mogelijk maakt dat ter dekking van de kosten ter beheer en regulering van de elektriciteitsvoorzieningssector 1 cent per kilowatt uur in rekening wordt gebracht. Dit is volgens de minister bedoelt voor toezicht en controle van het elektriciteitsbedrijf en regulering van de sector zelf. Over de prijs van hydro-energie die rond 1 cent zou moeten zijn, zei de minister dat ten tijde van de Alcoa boven 6 cent betaald werd. Na een overeenkomst werd het toen 4 cent, maar deze overeenkomst is nog niet getekend. “Gelukkig heeft mijn voorganger het op mijn bord gelaten. De power purchase agreement is nog niet getekend. Na verder onderhandelen, zitten we nu op een prijs van iets lager dan 2 cent”, aldus de NH-minister.

door Priscilla Kia

 

More
articles