IMF-akkoord afhankelijk van Chinese schuldeisers

“Het IMF wil een duidelijke brief van de Chinese schuldeisers waarin zij duidelijk stellen, dat zij zullen meewerken aan het herstructureringsprogramma van Suriname. China is onze grootste schuldeiser”, zegt minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning tegenover De West. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft volgens de minister gesteld, dat China in een schrijven moet aangeven, het eens te zijn met de parameters van de debt sustainabilty analyse die is uitgezet in het herstructureringsprogramma voor Suriname.

Voor wat die schuldeisers betreft, heeft het IMF gevraagd of zij zich conformeren door middel van een brief aan de parameters die uit het programma zullen rollen. “Daar is de uitdaging nu, want China en India zeggen dat zij zich conformeren aan de debt sustainability analyse, maar het IMF wil dat deze landen specifiek noemen dat zij zich conformeren aan de parameters van de debt sustainability analyse. ‘’Dit is pure bureaucratie en wij moeten dogmatisch werken, want anders is Suriname het slachtoffer’’, zegt de minister. ‘’Ik ben dagelijks in gesprek met de schuldeisers van China en India, maar ook met het IMF, omdat het niet kan dat er zo wordt vastgehouden aan een policy, terwijl ons land wacht op een uitkomst.’’ Vanaf juli is de regering bezig met de verschillende schuldeisers te onderhandelen, zodat alle betalingsafspraken worden nagegaan en of uitstel gevraagd. Wanneer de afspraken met de schuldeisers conform IMF policy is, kunnen de onderhandelingen afgerond worden.

De IMF-regeling staat los van het herstelplan. De support van het IMF is om de internationale reserves te versterken. De lening die Suriname krijgt, gaat naar de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en met die constructie zal de internationale monetaire reserve worden verhoogd, waardoor er stabiliteit ontstaat op het wisselkoersenfront. “De constructie is zo gemaakt, omdat de Staat Suriname meer dan SRD 10 miljard moet betalen aan de moederbank vanwege monetaire financiering. De Staat heeft hierdoor een enorm schuld bij de Centrale Bank, omdat onder andere artikel 21 van de Bankwet meerdere malen is geschonden en de Bankwet is ook op een andere manier overtreden”, zegt Achaibersing.

Hij verduidelijkt dat wanneer het gehele bedrag van USD 690 miljoen van het IMF wordt gegeven aan de Centrale Bank, dan is de Bank ook degene die het terug moet betalen aan het IMF en niet de Staat Suriname, omdat de Bank en de Staat twee aparte entiteiten zijn.  Het bedrag van USD 690 miljoen wordt verspreid over drie jaar en na die periode moet de Centrale Bank beginnen met terugbetalen, want volgens het herstructureringsprogramma moet de Bank na drie jaar stabiliteit hebben bereikt en in staat zijn terug te betalen aan het IMF. De Staat heeft SRD 10 miljard schuld bij de Centrale Bank tegen 9 procent rente.  “Nu is er een constructie bedacht om het bedrag van USD 690 miljoen op te delen, waarbij USD 390 miljoen wordt geleend aan de Centrale Bank en USD 300 miljoen aan de Staat, maar de Staat lost daarmee de moederbank af. Dus die USD 690 miljoen komt uiteindelijk toch wel terug bij de Centrale Bank, maar de Staat moet dan USD 300 miljoen betalen aan het IMF en de moederbank USD 390 miljoen. Dit moet gezien worden als een verschuiving van de eigenlijke schuld van de CBvS naar het IMF, maar het voordeel voor de Staat is dat de rente teruggebracht wordt van 9 procent naar 2 procent, omdat de schuld van het IMF een lage rente lening is. Dit levert enorme besparingen op voor de overheid en is onderdeel van de constructie van het macro-economisch raamwerk”, aldus de minister. Het enige waarop de regering wacht, is nu dat de China en India hun brief volgens de IMF policy kunnen opstellen. “Wanneer China over de brug komt, zal India ook wel volgen”, zegt Achaibersing.

door Gladys Findlay

 

More
articles