De voorzitters van de boerenbelangenorganisaties in Nickerie, te weten Harrynandan Oemraw van de Surinaamse Padieboeren Associatie en Bramdew Rampadarath van de Vereniging van Padie Producenten (VVP), vinden dat de regering af moet zien van haar voornemen om zaaizaad uit Guyana te importeren ten behoeve van de rijstector.
“Nu de regering ertoe over zal gaan om zaaizaad te importeren uit buurland Guyana voor de rijstsector, geeft iedereen de schuld aan het Anne van Dijk Rijstonderzoekscentrum Nickerie, (ADRON), voor het produceren van een slechte kwaliteit zaaizaad”, zegt Oemraw aan de krant. Rampadarath vindt dat de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij, Parmanand Sewdien, niet berekend is op zijn taak en moet opstappen. “Hij kan de rijstsector niet leiden”, stelt Rampadarath. ‘’Wat moet er met de 80 personeelsleden die in dienst zijn van Adron, gebeuren, want door deze handeling van de regering is er geen werk meer voor hen. Ze zitten daar, toucheren geld en doen niets meer”, zegt Rampadarath. Oemraw maakt sinds kort ook deel uit van het stichtingsbestuur bij Adron in de functie van ondervoorzitter. Sinds het Adron niet over een directeur beschikt, is hij belast met de dagelijkse leiding. Oemraw merkt op dat Adron geen arealen heeft om zaaizaad te verbouwen. Jaren terug was er 16 ha gehuurd bij het landbouwbedrijf van Baitali N.V., maar het huurcontract verloopt na dit seizoen. “Na deze oogst hebben wij geen grond meer. Bij de Prins Bernhardpolder hebben we een serie aangevraagd, welke goed is voor 80 ha, en we hebben thans 30 ha in bruikleen gehad.’’ Maar het zal Adron volgens Oemraw, heel veel geld kosten om te investeren, omdat de infrastructuur van de Prins Bernhardpolder helemaal is vernietigd door de vorige huurder. Hij geeft aan dat er al een begin is gemaakt met het in orde maken van de infrastructuur met de weinige middelen waarover het onderzoekcentrum beschikt. Volgens Oemraw is er een lege kas overgenomen. “Bij overname van het nieuwe bestuur had Adron niet eens een Surinaamse vlag. Alles is vernietigd”, stelt Oemraw. Met de opbrengst van zaaizaad en consumptiepadie van de afgelopen oogst wordt de infrastructuur van de 30 ha die in bruikleen is gegeven, in orde gemaakt. Volgens Oemraw is 30 ha nog lang niet genoeg om genoeg zaaizaad te produceren. “Als wij nog meer arealen landbouwgrond kunnen krijgen in de Prins Bernhardpolder, kunnen wij ook meer zaaizaad maken.” Hij is ervan overtuigd dat de hele 700 ha van de Bernhard-polder zou voldoen. Daarnaast zouden er ook droogfaciliteiten moeten zijn. Oemraw vindt het erg dat er nu zaaizaad geïmporteerd zal worden uit Guyana, terwijl er volgens hem geïnvesteerd moet worden in Adron. Hij merkt op dat Adron nog steeds geen veredelaar heeft, waardoor er geen nieuwe variëteiten ontwikkeld kunnen worden. Hij geeft aan dat het SPBA-bestuur een gesprek had met de ambassadeur van India in Suriname en gevraagd had of er een mogelijkheid bestaat om veredelaars uit India naar Suriname te halen voor Adron. Oemraw zegt dat de vorige regering niet voor middelen had gezorgd waardoor het centrum nu in moeilijk vaarwater verkeert. “Het centrum weer op koers brengen zal heel veel geld kosten”, zegt Oemraw. Zowel Oemraw als Rampadarath zijn van mening dat er grond moet worden vrijgemaakt voor Adron voor het verbouwen van zaaizaad en dat er veredelaars uit het buitenland moeten worden aangetrokken.