Gisteren begaf een aantal buschauffeurs en exploitanten van bustransportbedrijven, zich naar De Nationale Assemblée om aandacht te vragen voor de gestegen en steeds verder toenemende problemen, binnen deze sector. Een heikel vraagstuk betreft de bustarieven die door de overheid worden gecontroleerd en die volgens de lieden binnen deze sector, ruimschoots achterhaald zijn. De tarieven stellen de buschauffeurs en eigenaars niet langer in staat, winstgevend te werken, laat staan dat er van een lucratief bestaan gesproken kan worden. Volgens de belanghebbenden uit deze tak van de transportsector, kan het materieel dat allang afgeschreven en aan vervanging toe is, nog maar heel moeilijk rijdbaar en veilig op de weg gehouden worden, omdat de onderdelen sterk in prijs gestegen zijn en met de huidige opbrengsten niet langer aangekocht kunnen worden. Wat zich thans in de bussector zeer nadrukkelijk doet gevoelen, geldt natuurlijk voor alle instanties en personen. De waarde van de SRD heeft een enorme depreciatie ondergaan en wel van 2.80,- SRD voor een dollar in 2010 naar SRD 20,- voor dezelfde dollar anno 2021. Wanneer er geen snelle inflatiecorrecties op tarieven in welke sector dan ook worden toegepast, en ook de beloningen voor goederen en diensten geen rappe aanpassing ondergaan, krijg je dit soort wantoestanden en spanningen en ook vertroebelde werkverhoudingen. De buschauffeurs staan in hun recht wanneer ze stellen, dat ze met deze tarieven niet langer kunnen overleven. Wanneer je munt in waarde daalt en als gevolg daarvan de inflatoire werking op goederen en diensten haar intrede doet en merkbaar wordt, is het ter overleving logisch, dat ook de tarieven de lucht ingaan of dienen te gaan, want niemand wenst voor verlies te arbeiden. Wanneer een overheid ertoe overgaat, binnen een wisselkoersregiem unificatie toe te passen, moet ze er onmiddellijk rekening mee houden, dat alle prijzen de lucht ingaan en dat bepaalde sectoren behoorlijk in de knel komen te verkeren en dat is bij de bussector, zeker het geval. Depreciatie van een munt ten opzichte van harde internationaal convertibele valuta, heeft altijd funeste gevolgen voor goederen en diensten. Een goed voorbeeld is wat zich de afgelopen jaren in met name Venezuela heeft voorgedaan. De bustarieven zullen daarom een aanpassing moeten ondergaan, die nog enigszins draagbaar is voor de mensen die gebruik wensen te maken van het openbaar vervoer. Maar niet slechts de bussector kraakt al geruime tijd in al zijn voegen, over de gehele linie is dat zo en alle ondernemers en werknemers voelen het in hun maandelijks budget, dat al heel lang niet meer sluitend te krijgen is. De overheid dient daar heel goed rekening mee te houden. Wanneer er afwaardering van een munt plaatsvindt en er geen inflatiecorrecties mogelijk zijn wegens teruggelopen inkomsten, dan keldert de koopkracht van een ieder langzaam maar zeker en dat is in Suriname nadrukkelijk het geval. En juist omdat zulks momenteel een gegeven is in ons land, is het niet verstandig van een overheid, een lawine aan wurgende fiscale maatregelen op de gemeenschap los te laten. Het is dan ook begrijpelijk dat er binnen de gemeenschap, aanzienlijke ongerustheid leeft over de gang naar het IMF en de daarmede samenhangende verdere maatregelen, die het volk harder zullen treffen. Eenieder in dit land is aan het calculeren geslagen en is tot de conclusie gekomen, dat met de huidige verdiensten en de nog komende maatregelen van de overheid, het moeilijk overleven wordt. De buschauffeurs hebben nu aandacht gevraagd voor hun problemen en zij zullen echt niet de enigen zijn die naar voren zullen treden, om te wijzen op de financiële kwelling die wordt doorgemaakt en waar een oplossing voor moet worden gevonden.
