De regering van Haïti heeft de Verenigde Staten en de Verenigde Naties gevraagd hulp te bieden bij de bescherming van belangrijke objecten, zoals vliegvelden, havens en de gasvoorziening op het eiland. De Haïtiaanse regering vreest na de moord op president Jovenel Moïse, dat ook belangrijke infrastructuur een doelwit kan zijn en hoopt met buitenlandse hulp de situatie in het land te kunnen stabiliseren, in de aanloop naar verkiezingen in september. De commando-eenheid die in de nacht van dinsdag op woensdag de Haïtiaanse president vermoordde, bestond uit 26 Colombianen en twee Amerikanen met een Haïtiaanse achtergrond. Een Haïtiaanse rechter die de moord aan het onderzoeken is, vertelde dat de twee Haïtianen als vertalers voor het moordcommando functioneerden en niet in de kamer waren toen de moord plaatsvond. Haïtiaanse regeringsfunctionarissen hebben het Amerikaanse leger gevraagd, troepen te sturen om het land te helpen stabiliseren na de moord op president Moïse. “De groep die de huursoldaten financierde, wil chaos in het land creëren. Het aanvallen van de gasreserves en de luchthaven, zou onderdeel van het plan kunnen zijn”, aldus een functionaris. Zowel de Verenigde Staten als Colombia hebben inmiddels hulp toegezegd in het onderzoek naar de dood van de president.
De Amerikanen sturen daarvoor agenten van de FBI en Homeland Security naar Haïti. De president van de VS, Joe Biden, stelde in een verklaring, klaar te staan de nodige ondersteuning te verlenen en te werken aan een veilig en beveiligd Haïti. Over het motief van de moord op Moïse is nog niets bekend. Sinds zijn aantreden in 2017 zijn Haïtianen meerdere keren massaal de straat op gegaan, om te protesteren tegen zijn macht en beleid. Volgens Moïse zaten andere politici en corrupte oligarchen achter de onrust, die vonden dat zijn beleid inging tegen hun belangen. Claude Joseph, die sinds april interim-premier is, lijkt op dit moment de macht van Moïse te hebben overgenomen. Ook hebben de senatoren, Ariel Henry naar voren geschoven als interim-premier, die een dag voor de moord op Moïse gekozen werd als premier, maar hij was wel nog niet beëdigd. Joseph heeft volgens het persbureau AP gemeld, dat het hem verbijstert dat tegenstanders de moord op Moïse aanwenden om politieke macht te vergaren. “Ik ben niet geïnteresseerd in een machtsstrijd. De enige manier waarop mensen in Haïti president kunnen worden, is via verkiezingen”, aldus Joseph. Zo een duizend Haïtianen hebben zich in hoofdstad Port-au-Prince verzameld bij de Amerikaanse ambassade. Zij hopen op een visum om het land te kunnen verlaten, omdat het sinds de moord op de president, nog onrustiger is geworden in Haïti. Vanwege aanhoudend bendegeweld, durven veel mensen niet naar buiten. Sinds de moord ligt het openbare leven grotendeels stil.