Diepgaand onderzoek vereist over financiële schade SML

SML Pelmolen van SRD 1.740.000 gekocht voor USD1.800.000

Bij beschikking van de huidige minister van LVV is er in januari 2021 een nieuw bestuur van de Stichting voor de ontwikkeling van de Machinale Landbouw in Suriname (SML) benoemd. Het bestuur heeft in de afgelopen vier maanden veel werk verzet, om inzage te krijgen van de situatie bij SML. Bij de overdracht heeft het bestuur documenten met betrekking tot de financiële administratie ontvangen, die grondig bestudeerd moesten worden. Er zijn daarover geen accountantsverslagen over de afgelopen jaren. Door de administratieve procedure is het bestuur niet erin geslaagd, om tot op heden inzicht te krijgen in de financiële administratie bij de Harkrinbank NV en de VCB bank. De redactie van De West heeft naar aanleiding van het tussentijds rapport van de SML deze informatie verkregen, waarin er duidelijk staat, dat het laatste verslag van de SML dateert over het derde kwartaal van 2010. De stand van zaken van de SML omvat verschillende kwesties, waaronder een schuld van USD 1 miljoen die is overgenomen door lokale investeerders. Bij overdracht van SML bezittingen in 2017 worden uitgezonderd het terrein waar de EBS is gevestigd.

De investeerders die meerdere malen in het rapport worden genoemd zijn, Westland Sama Group NV en Rice Processing Company NV. Hierbij wordt vermeld, dat Westland Sama alle roerende en onroerende goederen en schulden van SML overnam in 2017. De Rice Processing Company heeft toen afgesproken dat zij zouden investeren in de Parboiled productie. Dit verzoek werd toen gedaan door de toenmalige minister van LVV S. Algoe, om de overdracht aanvraag te willen afhandelen.

Op de eerste pagina’s van het rapport werd de kwestie van de pelmolen Biswamitreweg aangehaald. De voormelde pelmolen werd op 19 september 2007 via een openbare verkoop verkocht aan de hoogste bieder voor SRD 1.740.000,-. Op 22 mei 2015 kocht de SML dezelfde pelmolen voor een bedrag van USD1.800.000,-, waarbij de regering moest inkomen met een bedrag van USD 600.000,-. Deze pelmolen werd aangeschaft door SML, zodat padie opgekocht kon worden die bestemd zou zijn voor de exportmogelijkheden naar Venezuela, Haïti, Columbia en Iran. Vervolgens werd dezelfde pelmolen op 6 september 2017 verkocht aan Westland Sama Group NV. De pelmolen werd toen op 3 augustus 2017 bezwaard met een hypotheek van USD 975.000,-,  te behoeve van de Hakrinbank. De conclusie die uit dit rapport wordt getrokken is, dat de pelmolen voor SRD1.740.000,- werd gekocht en voor USD1.800.000,- doorverkocht aan SML. Uit de reeds verzamelde documenten door het nieuwe bestuur van de SML, is niet gebleken dat de exporten daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, waardoor er sprake is van een miskoop. De SML heeft door deze transactie grote  financiële schade geleden.

Uit de notariële akte blijkt dat de pelmolen is gekocht vrij van hypotheken, hypothecaire inschrijvingen en beslagen terwijl uit het hypothecaire uittreksel is gebleken dat er een hypotheek rust van USD 975.000, -. Ondanks gedane toezegging is de hypotheek nog steeds niet geroyeerd.  Als koopsom is in de notariële akte genoemd een bedrag van SRD 400.000,-. De vraag is hoe een onroerend goed dat op 22 mei 2012 gekocht is voor een bedrag van USD 1.800.000, –  en op  6 september 2017 is doorverkocht voor SRD 400.000,-, waarop een hypotheek is gevestigd van USD 975.000,- ten behoeve van de Hakrinbank NV. Uit stukken blijkt wel dat een schuld van USD 1.000.000,- bij de Hakrinbank is opgenomen door de koper. Er bestaat onduidelijkheid over de koopovereenkomst. De feiten geven aanleiding voor een diepgaand onderzoek naar deze transactie.

More
articles