Rudolf Elias: ‘Local content begint bij baggeren’

Baggeren essentieel ter profitering olievondsten

“Local content begint bij baggeren”, zegt Rudolf Elias, de scheidende CEO van Staatsolie.  Zonder baggeren van de Surinamerivier, kan het bedrijfsleven en de samenleving niet optimaal profiteren van het grote kapitaal dat gepaard gaat met de olievondsten. “Hoe dieper je baggert, hoe meer local content, want dan kunnen er meerdere grotere schepen gebruik maken van onze wateren en shore bases. Als er wordt gekeken naar de operationele fase, is iedere ontwikkeling die van buiten af komt en van iedere raffinaderij die je buiten hebt, betekent voor ons meer local content”, zegt Elias.  Volgens hem duurt de ontwikkelingsfase van de olievondsten ongeveer vier jaar, de operations zullen ook ongeveer dertig jaar duren en dat zal voor meer local content zorgen, maar zonder baggeren, zal er geen local content zijn. Verder zegt hij, dat shore bases hierbij ook nodig zijn en die hangen helemaal af van het bedrijfsleven. “Daarbij is het belangrijk te bezien wie het beste plan heeft en meeste geld. Er zullen shore bases komen, dat is zeker en hoe meer er gebaggerd gaat worden, hoe groter de shore bases kunnen  worden”, aldus Elias.

Olievondsten

De financiering voor de participatie in de offshore olievondsten, hangt geheel af van de financieringsstrategie van Staatsolie en op dit moment kijkt het bedrijf naar alle mogelijke vormen van financiering. “Een paar jaar terug wisten we dat we olie off shore zouden vinden, maar we hadden nooit gedacht aan 4 olievondsten en misschien meer’, zegt Elias. Dit heeft best complicaties, want we kunnen voor een of twee olievondsten geld lenen, maar voor vier vormt het een uitdaging, daarom hoopt Elias dat de ontwikkelingen van de putten zodanig zijn, dat ze na elkaar komen, zodat er alvast olie komt uit één put. Die kans is volgens hem eigenlijk klein, vandaar dat de financieringsstrategien van ons land zeer belangrijk is en die moet gebaseerd zijn op meerdere olievondsten. Staatsolie zal obligaties moeten uitgeven, geld lenen  bij banken en een ander deel kan komen vanuit de operator waarmee zij samenwerken, maar dat zal allemaal nog bekend worden gemaakt door de CFO van Staatsolie, Agnes Moensi-Sokowikromo.

“Bij Staatsolie hebben we momenteel alle kennis en kunde in huis om te beslissen, hoe wij gaan participeren in de nieuwe offshore blokken. Het is daarom heel belangrijk, dat we nu een stabiele overheid hebben en dat het IMF- programma gaat werken”, aldus Elias. Hij hoopt daarom  binnenkort een goede overheidsbegroting te hebben, die aan  internationale regels en eisen voldoet. Als Suriname dat heeft, kan Staatsolie eind volgend jaar naar de internationale kapitaalmarkt stappen om investeerders aan te trekken, zodat zij volledig kan participeren in de olievondsten.  “We hebben 4 grote olievondsten in blok 58 en wat er nu gebeurt, is dat er een appraisel programma wordt opgemaakt om te controleren, of de uitgestrektheid van het gebied rondom de velden van blok 58, inderdaad zo uitgestrekt zijn en dat de doorlatendheid van de grond/ zeebodem in het reservoir, voldoende is om de olie te kunnen winnen”, benadrukt Elias. Daarom worden er continue samples weggestuurd, om te controleren wat het condensaat is en de waarde van de olie en het gas, die inmiddels zijn vastgesteld. Op basis daarvan, wordt er een analyse gemaakt van de olievelden waar er wordt aangegeven, wat de grootte is van het reservoir en de kwaliteit van de winbare olie in zo een put.

Commerciele olie

Het finale investeringsbesluit wordt genomen, wanneer de olie voor commerciele doeleinden kan worden verwerkt.  Het commerciele plaatje laat zien, hoeveel het zal kosten om de olie op te pompen en hoeveel barrels per dag er uit de put zullen komen. Dit wordt gedaan bij de putten waar er al olie is gevonden, maar wat er ook wordt gedaan, is dat exploratieputten worden geboord met boorschepen. Dit is dus niet een waardebepaling binnen de bestaande velden, maar het is een heel nieuw ding om te kijken, of er ook in dat gebied olie aanwezig is en als dat een feit is, dan kunnen we een 5de olievondst noteren. Deze 5de olievondst is dan te verwachten rond eind  dit jaar. We mogen altijd blijven bij de gedachte van wishfull thinking, want eerst hadden we geen olievondsten offshore en inmiddels hebben al 4 putten. Apache en Shell zullen begin volgend jaar beginnen met boren en Total is momenteel bezig met hun waardebepalingen.

Investeringen

Staatsolie heeft onlangs een succesvolle bidding round gehad op hun shallow offshore blokken, daarvan zijn er op drie van de acht blokken mooie bids gedaan. Het staatsbedrijf zal binnenkort bekend maken wie de nieuwe partners zijn van de blokken. Gezien er nog vijf blokken over zijn, wil Staatsolie in de toekomst zelf operator worden, net zoals zij operator is in Tamanredjo, wil het bedrijf zelf ook de investering doen offshore. “We moeten verder investeren om ervoor te zorgen, dat Staatsolie over een paar jaar, operator kan worden in het lage zeegebied en dit kan over 8 tot 10 jaar een feit zijn”, aldus Elias.

door Gladys Findlay

 

More
articles