Tweede toewijzing retentiedollars voor bijna USD 10 miljoen

De tweede toewijzing van retentiedollars bestemd voor de invoer van medicijnen, basisgoederen en brandstof, vindt op dinsdag 11 mei plaats. Voor aanvraag en toewijzing zijn er regels die via de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en de Surinaamse Bankiersvereniging (SBV) zijn bekendgemaakt aan importeurs. De dollars worden beschikbaar gesteld tegen de koers van SRD 16,30 voor de USD. Exporteurs van rijst en hout houden zich nu ook aan de afdrachtplicht, hoewel nog niet iedereen meedoet. De goudsector blijft de grootste bijdrage leveren. Dat is niet vreemd, want goud is het belangrijkste exportproduct. De regeling wordt continu geëvalueerd en verbeterd, zodat iedere exporteur afdraagt en de afdracht gemakkelijker wordt. Met name de Deviezencommissie is continu in gesprek met de verschillende exporteurs om op maat gesneden oplossingen te realiseren.

Het uitgangspunt is wel dat aan de retentieregeling zal worden vastgehouden. Die houdt in dat exporteurs verplicht zijn 100 procent van hun exportopbrengsten naar Suriname terug te brengen en dat ze 30 procent daarvan moeten verkopen aan de Centrale Bank van Suriname tegen de koers van 16,30. De dollars worden alleen beschikbaar gesteld voor noodzakelijke importen. Ze bieden (nog) geen oplossing voor achterstallige betalingen voor leveringen in het verleden. Lokale ondernemers willen graag in aanmerking komen voor deze dollars voor de import van grondstoffen en hulpmiddelen voor de lokale productie. Hoewel dit een positief voorstel is, zijn de retentieopbrengsten nog niet voldoende om hierin te voorzien.

Op grond van historische gegevens is maandelijks voor de import van medicijnen ongeveer USD 1 miljoen nodig, en voor de import van basisgoederen ongeveer USD 1,5 miljoen. Het blijkt dat er plotseling veel meer aanvragen zijn voor de retentiedollars, en dat importeurs dezelfde aanvragen tegelijk bij verschillende banken neerleggen.

In zulke gevallen worden deze aanvragen niet volledig toegewezen. De tweede toewijzing ziet er als volgt uit: voor de import van medicijnen USD 0,75 miljoen, voor de import van basisgoederen USD 1,6 miljoen, voor de import van brandstof USD 7,5 miljoen en voor de toevoeging aan de internationale reserve van de Centrale Bank van Suriname USD 2,1 miljoen.

Op deze manier mag er geen schaarste ontstaan aan medicijnen en basisgoederen, terwijl tegelijkertijd de prijzen daarvan onder controle zijn. Het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie en het Kabinet van de President voeren daarom prijscontroles uit op de basisgoederen en medicijnen waarvoor deze retentiedollars beschikbaar worden gesteld. Bij overschrijding van de vastgestelde prijzen worden er maatregelen getroffen.

GOVERNMENTTAKE

Bij brandstof is dat anders, want door de stijging van de prijs van olie op de internationale markt, stijgt ook de brandstofprijs aan de pomp. Om de prijs van brandstof te stabiliseren, is de hele governmenttake op brandstof van SRD 120 miljoen per maand aan de gemeenschap teruggegeven. Dit betekent een subsidie van SRD 3,00 per liter aan iedereen. Daarnaast wordt het verschil in wisselkoers – voor zover het niet gaat om retentiedollars – ook gesubsidieerd. De regering subsidieert daarom op dit moment ongeveer 85 miljoen Surinaamse dollar aan brandstof op maandbasis, alleen om de brandstofprijzen niet te veel te laten stijgen. Deze situatie kan echter niet structureel in stand worden gehouden, en er zullen duurzame oplossingen moeten worden gezocht.

Er zijn meer ondersteunende maatregelen om het geldverkeer te normaliseren en de koers te stabiliseren. De invoer van chartale dollars is opgevoerd, zodat de koersen van cash en girale dollars gelijk worden, en banken de beschikbaarheid aan chartale dollars langzaam verruimen. De Centrale Bank van Suriname is met de banken in bespreking over de hoge opname- en overmakingskosten die aan cliënten gevraagd worden. Het ministerie van Financiën en Planning is geen voorstander van deze kosten.

Het financiële en monetaire beleid werpt zijn vruchten af. Dat blijkt ook uit de IMF-schattingen. De inflatie-projectie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voor 2021, bedroeg 46 procent. Dat is nu, door de resultaten van het beleid, bijgesteld naar 26 procent. Dat betekent concreet dat de prijsverhogingen worden getemperd. Minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning, is ervan overtuigd dat de inflatie nog verder omlaag kan. Maar daarvoor hebben de regering, de Centrale Bank van Suriname en ook de Deviezencommissie, de steun van allen nodig, niet alleen van banken, exporteurs en importeurs, maar van de hele bevolking. Het is mogelijk om het land snel weer behoorlijk op orde te krijgen richting verdere stabiliteit.

De kortstondige paniek die de afgelopen week ontstond over de koersen, wordt veroorzaakt door speculatie. Er zijn pogingen om de koers omhoog te stuwen, en er is onduidelijkheid en onzekerheid over het loslaten van de koers. Het loslaten van de koers is een beleidsmaatregel die serieus besproken wordt, maar dat zal beheerst moeten gebeuren. De regering en de Centrale Bank zijn hierover in voortdurende dialoog. Er wordt aan gewerkt om de regulerende activiteiten van de Centrale Bank verder te intensiveren, maar ook om de Centrale Bank beter uit te rusten, zodat zij haar rol in de vrije markt effectiever zal vervullen.

De gemeenschap wordt opgeroepen om de berichten van de autoriteiten te blijven volgen en om de rust op de financiële markten te blijven bewaren. Niemand is bij verdere speculatie of koersopdrijving gebaat. De regering verzekert de gemeenschap dat de situatie nauwlettend in de gaten wordt gehouden. Er zal niet worden geschroomd om streng op te treden als dat nodig is. Tegelijkertijd wordt steeds de weg van overleg en dialoog gekozen om eenieder in staat te stellen een noodzakelijke bijdrage te leveren aan het herstellen van onze economie en het zoveel mogelijk beperken van de nadelige effecten voor de burgers van ons land.

 

More
articles