Strafeis 4 jaar tegen directielid CBvS Hausil

De strafzaak in het Tweede Kanton tegen Faranaaz Alibaks-Hausil, ex-directeur Legal, Compliance & International Affairs, werd vandaag voortgezet. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste vanmorgen vier jaar tegen Hausil en een boete van SRD 100.000 subsidiair. Hausil wordt er specifiek van verweten steeds in het belang van de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, te hebben gehandeld. De officier van justitie, Cynthia Klein, merkte op, dat Hausil misbruik heeft gemaakt van haar positie als juridisch directeur en dat zij zich samen met Hoefdraad en ex-governor Robert Gray van Trikt, schuldig heeft gemaakt aan verschillende strafbare feiten in strijd met de Bankwet en daardoor bewust monetaire financiering heeft bevorderd.

Hausil had in januari tijdens de zitting verklaard, dat zij niet van alles op de hoogte was, waaronder de transacties betreffende de koop van de ‘overheidspanden’. Zij ontkende elke betrokkenheid en stelde, dat zij niet op de hoogte was van betalingen van overheidspanden die gekocht zijn. Volgens haar betrok de ex-governor haar in veel zaken niet en hield hij bewust informatie achter, ook stond hij niet open voor haar adviezen. De officier van justitie heeft in haar bewijslast aangehaald, dat er verschillende e-mailbrieven van Hausil zelf zijn en getuigenverklaringen die het tegendeel bewijzen. Klein zei aan het einde van haar requisitoir, dat Hausil structureel heeft samengewerkt met Hoefdraad, Van Trikt en Ginmardo Kromosoeto, ex-directeur van de Surinaamse Postpaarbank. Klein heeft Hausil ook ervan verweten dat zij als lid van de Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD), allang wist dat er een onderzoek liep tegen Kromosoeto en toch met hem heeft samengespannen voor de verkoop van de overheidspanden. Klein stelde ook dat Hausil als jurist, goede juridische adviezen naast zich neer heeft gelegd.

Rechter Maytrie Kuldipsingh hield in april Hausil voor, dat er bewijsstukken zijn waaruit blijkt dat zij zich schuldig zou hebben gemaakt aan overtreding van artikel 18 en 21 van de Bankwet en artikel 13 van de Anti-corruptiewet. Hausil ontkende telkenmale, dat zij betrokken was bij de transacties van de overheidspanden. Zij zei pas later bij de 2e tranche geïnformeerd te worden. Zij verklaarde dat ze pas achteraf betrokken was geworden, toen er geen overdracht kon plaatsvinden. Zij zei zeer verbaasd te zijn over de uitbetaling, want zij dacht dat het ging om een schuldverrekening. Zij verklaarde dat de uitbetaling van de 1e en 2e tranche van de panden, buiten haar om is gebeurd. De enige persoon die opdracht kon geven voor uitbetaling, aldus Hausil, was de toenmalige governor. Hij kreeg de opdracht van Hoefdraad. Volgens verklaringen van Van Trikt, was Hausil wel bekend met de transactie van de panden vanwege haar taakstelling als hoofd van de afdeling Legal Compliance & International Affairs binnen de moederbank. De verdediging van Hausil komt op 29 juni aan het woord.

More
articles