De strafzaak in het Tweede Kanton die betrekking heeft op de strafbare feiten gepleegd door de voortvluchtige ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, stond vanmorgen weer op de rol. Hoefdraad werd eind vorig jaar gedagvaard voor de behandeling van zijn strafzaak bij het Hof van Justitie. Hij wordt onder meer verdacht van oplichting, verduistering, overtreding van de Wet Money Laundring, ambtsverduistering en het overtreden van de Anti-corruptiewet en de Bankwet. Hoefdraad die al geruime tijd niet meer gesignaleerd is op Surinaamse bodem, is tot nu toe nooit persoonlijk op de zitting verschenen, maar wordt vertegenwoordigd door zijn advocaten Irene Lalji en Murwin Dubois. De rechter heeft vandaag na een korte zitting bekendgemaakt, dat de uitspraak op 29 juli zal plaatsvinden. De advocaten hebben al in eerdere zittingen voor vrijspraak gepleit. De toenmalige procureur-generaal (PG) Roy Baidjnath Panday, heeft onlangs in februari twaalf jaar gevangenisstraf geëist. Er werd een boete geëist van SRD 500.000 subsidiair of twaalf maanden hechtenis en ook was er gevangenneming van Hoefdraad gevraagd.
Daarnaast had Baidjnath Panday aangegeven, dat er ook een strafrechtelijk financieel onderzoek tegen de gewezen minister moet komen. Volgens de advocaten, zijn de aan Hoefdraad ten laste gelegde feiten niet bewezen. Volgens Lalji, had Hoefdraad geen persoonlijke betrokkenheid en persoonlijk voordeel aan de gepleegde handelingen. Voor elke feit van de dagvaarding, is er reeds vrijspraak gepleit.
De PG heeft tijdens de zitting van het Hof van Justitie op 4 februari, het strafvoorstel gepresenteerd en heeft de bewijsstukken opgesomd tijdens zijn requisitoir. Het gaat hierbij om bezwarende verklaringen die afgelegd zijn tegen de verdachte. Een van de verklaringen is die van ex-vicepresident Ashwin Adhin, die verklaarde dat Hoefdraad geen toestemming van hem had, noch van de gewezen president Desiré Bouterse en de Raad van Ministers (RvM), om over te gaan tot de verkoop van ‘overheidsgebouwen’. De eerste tranche voor de panden van de staat, bedroeg ongeveer SRD 377 miljoen op 28 juni 2019. Hoefdraad had het geld al ontvangen, terwijl de toestemming van de RvM pas kwam op 15 november 2019.