MONETAIRE FINANCIERING MOET STRAFBAAR ZIJN
Prof. Anthony Caram is altijd al van mening geweest, dat onze huidige Bankwet voor meerdere interpretaties vatbaar is, daarom is het volgens hem belangrijk dat de Bankwet aangepast wordt naar de internationale maatstaven bij centrale banken. Er ligt een nieuw concept klaar, maar volgens Caram, is het niet nodig een geheel nieuwe Bankwet te maken. De huidige Bankwet kan aangepast worden en het zal voor het parlement ook veel gemakkelijker zijn, een aangepaste wet te behandelen. Caram zegt dat het probleem dieper ligt, want volgens hem willen politici de nieuwe wet niet aannemen, omdat daarmede de invloed van de politiek binnen de Centrale Bank afneemt. Keerpunt is het helemaal eens met de stelling van professor Caram, want de Centrale Bank heeft als doel, het nastreven van stabiliteit in de interne en externe waarde van onze nationale munteenheid.
Daarom is eminent dat de rol van een onafhankelijke president van de Centrale Bank, besproken moet worden, want zolang de nieuwe aanpassingen niet komen in de Bankwet, kunnen de twee monetaire autoriteiten niet in goed overleg maatregelen nemen. Dit is ook weer gebleken in 2016 toen er een gentleman’s agreement werd gesloten waarbij werd bepaald, dat de regering geen beroep meer zal doen op de monetaire reserve. Vervolgens is men gaan lenen bij de commerciële banken en werd dat volgens hen niet gezien als monetaire financiering, tegen alle monetaire definities en theorieën in. Ook werd er in 2019 een beroep gedaan op artikel 21 van de Bankwet, waarbij de Centrale Bank verplicht is, om op afroep van de minister van Financiën, voorschotten aan de staat te geven tot 10 procent van de ontvangsten op de lopende rekening. Dit betekende, dat aan de hand van de lopende rekening er 10 procent kon worden getrokken uit de CBvS door de staat, wat toen neerkwam op SRD 670 miljoen. Dit is gebeurd op het moment dat er een nieuwe governor werd aangesteld. Dit bedrag werd getrokken gelijk nadat Glenn Gersie als governor werd bedankt, omdat hij weigerde mee te doen aan monetaire financiering. Gersie die zijn ‘poot’ stijf hield voor Hoefdraad, betekende een sta-in-de-weg om de moederbank te plunderen, want Gersie wist heel goed dat de Centrale Bank sinds jaren enorme financieringstekorten had. Gersie wist dat wanneer er een beroep werd gedaan op de Centrale Bank door de staat, er geen garantie bestond, dat de Bank het geld terug zou krijgen, want de Bankwet geeft aan, dat de overheid krediet mag nemen tegen schatkistpapieren. Echter bieden schatkistpapieren al geruime tijd geen garantie meer. Het is vaker voorgekomen dat politici in te veel gevallen kiezen voor monetaire financiering, in plaats van het nemen van draconische maatregelen. Monetaire financiering is echter een kortetermijnoplossing voor financiële problemen van de overheid. Zoals we nu zien, zorgt dat voor heel wat problemen.
Dit is ook waarneembaar aan de hand van de informatie die is gepubliceerd op de website van het Bureau voor de Staatsschuld, want de regering Bouterse II, heeft tot een week voor de verkiezingen van 2020 conform artikel 21 van de Bankwet, 648 miljoen SRD geleend bij de moederbank. Er ontstonden bij de eerste lening van SRD 670 miljoen, felle discussies, omdat minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, een overeenkomst uit 2016 inhoudende monetaire financiering tegen te gaan, eenzijdig zou hebben opgeschort. Verschillende financiële deskundigen beweerden toen, dat de regering doende was monetair te financieren en dat daardoor het land in grote problemen zou geraken. Keerpunt is van mening, dat de Bankwet dringend aangepast moet worden en dat monetaire financiering voor eens en voor altijd strafbaar moet worden gesteld, zodat het voor geen enkele regering meer een optie is het land op een dergelijke wijze financieel kapot te maken.