Hausil ontkent betrokkenheid uitbetaling overheidsgebouwen

Ex-directeur werkte op instructie van ‘schuldverrekening’

In het kader van de voortzetting van de strafzaak in het Tweede Kanton tegen de ex-governor van de Centrale Bank, Robert van Trikt en Faranaaz Alibaks-Hausil, ex-directeur Legal, Compliance & International Affairs, rond de vermeende malversaties die zijn gepleegd bij de verkoop van ‘overheidspanden’ aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS), werden gisteren de twee verdachten met elkaar geconfronteerd. Rechter Maytrie Kuldipsingh hield beiden onder andere de verklaringen voor, waaruit blijkt dat zij zich schuldig zouden hebben gemaakt aan overtreding van artikel 18 en 21 van de Bankwet en artikel 13 van de An-ti-corruptiewet. De rechter wilde duidelijkheid over een e-mail van zaterdag 22 juni 2019, met als onderwerp: ‘Taxatie-rapporten Overheidsgebouwen en Terreinen’, af-komstig van Hausil, gericht aan de ex-go-vernor en de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad. De e-mail luidt: ‘Beste minister en president, onderstaand volgt een conceptbrief ihkv eigendomsoverdracht van onroerende goederen aan de CBVS ter verrekening van de lang lo-pende schuld. Ik weet niet wat de hoogte van deze schuld nu is vandaar dat het openstaat. Ik heb dit reeds gevraagd aan dr. Soekhnandan.

De SPSB heeft voorgesteld dat zij de restauratie ter hand willen nemen. Echter stel ik voor dat de Bank hierin het voortouw neemt, het onroerend goed komt toe aan de bank, maar het besluit is aan u.’

Niet betrokken

De rechter vroeg aan Hausil of zij van mening was dat de ex-governor en Hoefdraad, de brief hebben veranderd zonder haar medeweten. Hausil verklaarde, dat Van Trikt veranderingen heeft aangebracht in haar conceptbrief van 22 juni en de aangepaste versie is toen nog eens gestuurd naar Hoefdraad. De brief is volgens Hausil, aangepast aan de hand van de inzichten Van Trikt. De ex-governor zei zeer benieuwd te zijn naar de tijdsframe van de aanpassing van de bewuste e-mail. De rechter wilde vervolgens ook van beide verdachten weten, waarom er geen gebruik is gemaakt van taxatierapporten in plaats van te werken met de geschatte waarden van de overheidspanden. Van Trikt verklaarde wel gevraagd te hebben aan de ex-directeur van de SPSB, Ginmardo Kromosoeto naar die informatie.

Hausil zei niet betrokken te zijn bij dit proces. Zij zei pas later bij de 2e tranche  geïnformeerd te worden. Zij stelde pas achteraf betrokken te worden, toen er geen overdracht kon plaatsvinden. Zij zei zeer verbaasd te zijn over de uitbetaling, want zij dacht dat het ging om een schuldverrekening. Zij verklaarde dat de uitbetaling van de 1e en 2e tranche van de panden, buiten haar om is gebeurd. De enige persoon die opdracht kon geven voor uitbetaling, aldus Hausil, was de toenmalige governor. Hij kreeg de opdracht van Hoefdraad. Volgens Van Trikt, was Hausil wel bekend met de transactie van de panden vanwege haar taakstelling als hoofd van de afdeling Legal binnen de moederbank.

Schuldverrekening

De rechter hield beide verdachte voor, dat volgens de conceptbrief van 22 juni 2019 die was opgesteld door Hausil, de verkoop van de overheidspanden zou worden verrekend met de langlopende schuld van de staat. Het onderwerp van de e-mail ging ook over schuldverrekening, maar het geld is uiteindelijk gebruikt voor een ander doel, want de Centrale Bank heeft de panden gekocht en vervolgens het geld overgemaakt voor de Staat Suriname.

De ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, heeft hetzelfde geld getrokken voor andere overheidsuitgaven. Tijdens de zitting vroeg de rechter duidelijkheid over de procedure van de overdracht van de panden en de betaling die is overgeboekt op een separate rekening en concludeerde, dat er nooit sprake is geweest van betaling of verrekening van die langlopende rekening van de staat, omdat het geld is gebruikt voor andere uitgaven. Uiteindelijk heeft Hoefdraad besloten om het geld van de overheidspanden, te weten euro 45 miljoen (1e tranche) en euro 60 miljoen (2e tranche) niet te gebruiken voor de aflossing van de langlopende rekening. De rechter bracht de ex-governor in herinnering, dat de afspraak eerst was dat het geld van de panden zou worden gebruikt voor de schuldverrekening en vroeg of Hausil daarvan op de hoogte was. Van Trikt verklaarde nogmaals, dat Hausil vanwege haar taakstelling, van al dit soort zaken op de hoogte zou moeten zijn. Op 26 juni is er een brief gestuurd door de gewezen minister van Financiën, die wel degelijk verschillen vertoonde met de conceptbrief van Hausil van 22 juni, waar er ten minste vier onroerende goederen uit de brief van 22 juni wel voorkwamen uit de brief van 26 juni. Van Trikt wist geen duidelijke verklaring te geven aan de rechter. Hausil verklaarde dat zij na het opstellen van de conceptbrief d.d. 22 juni, deze heeft gestuurd naar Van Trikt en Hoefdraad. Van Trikt reageerde op de mail en stelde, dat er twee onroerende goederen uit die lijst gehaald moesten worden. Volgens Hausil, was het onderwerp in die brief nog steeds schuldverrekening.

More
articles