Bewaking oostgrens grote uitdaging voor politie

De bewaking van de oostgrens van Marowijne, is een grote uitdaging voor de politie. Ondanks dat de regering reeds vanaf het begin van de coronapandemie heeft aangekondigd, dat de grens gesloten blijft en dat er strenge controles zullen worden uitgevoerd, laat de praktijk het tegenovergestelde zien. Dagelijks steken boothouders de rivier over om passagiers af te zetten. De politie kan wegens een tekort aan manschappen, niet in voldoende mate de grens controleren. “U ziet het zelf, we doen onze best. Er wordt een soort gedoogbeleid gevoerd”, bevestigt de gewestelijke politiecommandant van Marowijne, Iwan Accord.

“U ziet het zelf hoe het hieraan toegaat”, aldus Accord tegenover de nieuwsdienst die zich ter plekke oriënteerde. “We doen alles om het hier onder controle te krijgen, maar door gebrek aan medewerkers en materiaal, lukt het niet. We proberen het samen met het Nationaal Leger te doen.” De boothouders reageren eerst agressief op de pers, maar zeggen later dat ze moeite hebben met de lockdown. “De regering heeft wel beslist dat de grens gesloten blijft, maar doet ook niets om ons tegemoet te komen”, zegt een boothouder. Hij voegt eraan toe, dat hij de oversteek doet om brood op de plank te krijgen. De bootsman zegt niet bang te zijn voor besmetting. “De meeste mensen die besmet zijn, komen van Paramaribo en niet van Marowijne”, merkt hij op.  “We proberen zoveel mogelijk zichtbaar te zijn op de rivier, maar dat kan natuurlijk niet eenmaal 24 uur”, zegt Accord. Behalve het tekort aan manschappen, zit de politie ook met de ruimtelijke ordening. De oostgrens is 520 kilometer lang en de bootsmannen weten precies hoe ze de controles kunnen omzeilen. De politie heeft niet allen te kampen met lockdown overtreders, maar ook met andere activiteiten die op de rivier plaatsvinden, zoals goederen- en mensensmokkel.

door Seshma Bissesar

 

 

More
articles