De regering Santokhi heeft op 21 september van het vorige jaar, besloten de wisselkoersen van de Surinaamse dollar ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de euro, te unificeren. Dit hield in dat de Centrale Bank van Suriname de door haar gehanteerde wisselkoers van ongeveer SRD 7 voor een dollar, met 100 procent omhoog bracht naar SRD 14 voor de dollar en daarmede trachtte in de buurt te komen van de wisselkoersen die op de informele geldmarkt werden gehanteerd. Volgens de verklaring vanwege de regering werd toen gesteld, dat de prijzen in de winkel niet wezenlijk zouden stijgen, omdat de koers van SRD 14 toch al werd gehanteerd door de groot- en kleinhandel. Wat men er toen niet bij vermeldde, was dat de geünificeerde wisselkoers van de Centrale Bank gelijk bij het innen van indirecte belastingen bij de douane, ook zou worden gehanteerd, hetgeen gelijk leidde tot enorme prijsverhogingen bij het bedrijfsleven, omdat de importeurs die grotendeels vertegenwoordigd zijn in de groothandel, de douanekoersen onmiddellijk doorberekenden voor andere delen van de handel, waaronder zeker de detailhandel. De unificatie van de wisselkoersen heeft wel meer geld voor de overheid opgeleverd via de belastingen, maar de loontrekker in een veel moeilijker parket doen belanden, omdat alle goederen en diensten veel duurder werden. Het moet voor een ieder duidelijk zijn dat op 21 september van het vorige jaar, er een verdere depreciatie van de SRD heeft plaatsgevonden met een inflatoire werking tot gevolg, verdere prijsstijgingen en aanmerkelijke afname van de koopkracht van iedere burger in dit land. In alle oprechtheid moet gesteld worden, dat de ontwaarding van de SRD is begonnen onder Hoefdraad op de Centrale Bank van Suriname. En die ontwaarding werd in 2016 pas goed duidelijk met de eerste devaluaties van de SRD. Hoefdraad heeft van 2010 tot de verkiezingen van 2015, zwaar met de monetaire reserves van de Centrale Bank gestoeid, waardoor de dekking van de SRD grotendeels teniet werd gedaan en dat daarom het in begin 2016, het onvermijdelijk was de waarde van de SRD op hetzelfde niveau te houden. Spoedig daarna startte de neergang van de SRD naar 4,05,- voor de dollar en werd onze munt later overgelaten aan het mechanisme van vraag en aanbod. De Centrale Bank van Suriname haar monetaire reserves waren niet langer sterk genoeg om de wisselkoers van de SRD te verdedigen.
Vanaf 2016 werd de SRD dus aan een vrije val overgelaten en naar gelang het aanbod van dollars en euro’s slechter werd, stegen de wisselkoersen gestaag tot het punt waarop we nu zijn beland. Kort na de overdracht van de macht door het regiem Bouterse aan de coalitieregering van Santokhi in juli 2020, werd al snel duidelijk, hoe ernstig en groot de economische, financiële en monetaire vernietiging wel was, veroorzaakt onder de leiding van de statisticus en malversant Hoefdraad op de Centrale Bank en later op het ministerie van Financiën. Het beleid gevoerd door deze financiële charlatan was zo beroerd en desastreus dat wij van de ratingbureaus Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch, kredietwaardigheidsbeoordelingen kregen die grenzen aan de junkstatus. Alles heeft een oorzaak en een gevolg. Het gevolg van het desastreuze economisch, financieel en monetair beleid van de NDP-kliek onder leiding van Bouterse en zijn waardeloze minister Hoefdraad op Financiën, heeft gemaakt dat de regering Santokhi momenteel zit met een torenhoog vraagstuk hoe deze geruïneerde economie wederom op spoor te krijgen. Daar zijn niet al te veel opties voor mogelijk, daar heeft de kliek van Bouterse met zijn verschroeide aarde tactiek, wel voor gezorgd. De zaak is namelijk totaal geruïneerd en desolaat overgedragen. De regering Santokhi kijkt bovendien tegen een enorme lokale en buitenlandse schuld aan die betaald moet worden en daarenboven blijven de maandelijkse verplichtingen gewoon staan. Ze zal naar aanleiding van de door het volk aan haar verleende regeermandaat, wel uit moeten zien te komen en dat vereist natuurlijk behoorlijk stuurmanschap en dat heeft ze naar de mening van velen, nog niet veel van laten zien. De regering Santokhi zou ook wat meer moeten luisteren naar technocraten op het gebied van economische ordening en vooral niet het pad opgaan van de paarse kliek, die bijvoorbeeld alle adviezen van de Vereniging van Economisten naast zich neerlegde en dat allemaal, omdat ze er een andere bedenkelijke agenda op na hield.
Een agenda die alles te maken had met onrechtmatigheid en zelfs misdadigheid. De regering van Santokhi heeft aangekondigd, op korte termijn wederom de wisselkoers van de SRD ten opzichte van de dollar te verruimen naar SRD 16,30 hetgeen zonder meer een verdere depreciatie van onze munt inhoudt.
Deze maatregel zal zeker niet maken dat de koers bij de informele sector een gelijke tred zal aanhouden met die van de Centrale Bank. Deze zogenaamde verruiming zal misschien wat meer SRD inkomsten voor de regering tot gevolg hebben, maar zal ook het Surinaamse volk nog verder verarmen en zeker de koopkracht nog verder verzwakken.
De regering die zeker wat economen in haar midden heeft, weet heel goed dat een koers slechts onder controle kan worden gehouden indien de Centrale Bank een solide monetaire voorraad heeft en met die middelen de koersen kan dicteren door de commerciële banken op tijd van voldoende deviezen te voorzien, tegen de door haar vastgestelde wisselkoersen. Zolang dat niet het geval is en de buitenwacht (lees: informele sector, waaronder ook de witwassers) over meer deviezen dan de staat beschikt, valt er geen enkele koers onder controle te houden.
De wisselkoersen zullen ook met een koers van SRD 16,29 voor een dollar, buiten het bankwezen ook verder stijgen en het leven voor alle inwoners van dit land nog harder maken. Een verruiming van de wisselkoer naar SRD 16,30 zal de koopkracht op geen enkele wijze ten goede komen. Wat wel zal gebeuren, is dat de overheid via de indirecte belastingen wat meer inkomsten zal hebben, maar aan de andere zijde een aanmerkelijke geldelijke verzwaring voor de samenleving tot gevolg hebben.
De regering Santokhi dient wel te begrijpen dat dit soort verzwaringen, haar uiteindelijk door zullen komen te staan. Het volk heeft het al moeilijk genoeg. De oorzaak van al deze ellende moet echter niet bij deze regering gezocht worden, maar bij de voorgaande regering. Er moet hard gewerkt worden om het leven in dit land weer draaglijker te maken, maar dat vergt na-tuurlijk tijd. Maar een hongerig en lijdend volk heeft vaak genoeg geen geduld en wenst snelle verlichting te zien. Daar moet ook deze regering rekening mee houden.