Recentelijk heeft de Guyanese minister van Visserij, Zulfikar Mustapha, meegedeeld dat er binnenkort door Suriname vergunningen verleend zullen worden aan Guyanezen, om te vissen op de Corantijnrivier. Echter moet de overeenkomst tussen Guyana en Suriname nog geratificeerd worden. Gebleken is in de praktijk, dat heel wat Guyanezen op vergunningen van stromannen in onze Surinaamse wateren vissen. De president van Guyana, Irfaan Ali, heeft onlangs aan de Surinaamse regering gevraagd, gezamenlijk mogelijkheden te bekijken om af te komen van stromannen, die vergunningen tegen enorme bedragen verhuren en of verkopen aan vissers.
Volgens minister Prahlad Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), zal deze aangelegenheid directe vergunning verlening in het voordeel van Suriname werken, waarbij er werkgelegenheid zal zijn en er ook inkomsten, binnengehaald kunnen worden. “Terwijl wij de economische situatie van Suriname trachten te verbeteren, wil de regering vergunningen verlenen aan Guyanese vissers om in onze Corantijnrivier te vissen. Het is fnuikend en verwerpelijk”, benadrukt de bestuurskundige August Boldewijn, tegenover De West.
Boldewijn stelt, dat er van het parlement verwacht wordt, de regering hierover te ondervragen. Vervolgens stelt hij, dat wij momenteel in een situatie verkeren, waarbij er geprobeerd moet worden de financiële economische en monetaire situatie, zoveel mogelijk te verbeteren en op te voeren. Boldewijn: “Er is al die tijd duidelijk gemaakt, dat wij door het beleid van de vorige regering in een economisch financiële neergang zijn beland. En dan moeten dus alle zeilen bijgezet worden, om zoveel mogelijk inkomsten te verwerven.” Volgens Boldewijn, zitten we nu in een urgentiefase van het regeerakkoord en kan de regering echter geen toestemming aan Guyanese vissers verlenen om te komen vissen in Surinaamse wateren. Boldewijn haalt daarbij voorbeelden aan en stelt, dat de inkomsten ook uit de visserij, landbouw, bosbouw, en industrie van ons land gehaald kunnen worden om zo de inkomsten te verwerven. Door de vergunningen te verstrekken aan Guyanezen, zal er volgens Boldewijn bijna niks meer voor Suriname overblijven, als Guyanese vissers ook gebruik kunnen maken van onze Corantijnrivier en vervolgens met alle opbrengsten richting Guyana verdwijnen. Boldewijn verklaart, dat wij deze kwestie kunnen vergelijken met het conflict tussen Guyana en Venezuela, waarbij de regering ondersteuning verleent aan Guyana, dat in conflict is met het land waarmee wij zaken doen. Echter is Suriname de grootste rijstleverancier van Venezuela. Nu de regering ook toestemming aan Guyanese vissers wil geven, is iets dat wat volgens Boldewijn niet kan. “Waarom is de regering op het idee gekomen om dit te doen? Hebben de Guyanezen ons ooit eerder toestemming gegeven, om in hun wateren te gaan vissen? Echter hebben zij dat gedaan”, stelt Boldewijn. Vervolgens vindt hij, dat er in het parlement van Suriname, vragen gesteld dienen te worden over deze kwestie, de overeenkomst tussen Suriname en Guyana betreft de visserij. “Als volk moeten wij de stand van zaken weten. Terwijl wij geld nodig hebben om de economie stabiel te maken, krijgt Guyana de gelegenheid om geld te verdienen door op de Corantijnrivier te mogen vissen en werkgelegenheid te scheppen voor de Guyanese vissers”, aldus Boldewijn. Als de vergunningen bemachtigd worden, zullen de vissers van Suriname volgens Boldewijn daar nadeel van ondervinden.
-door Charelle Gill-