Horecasector: ‘70% drop in onze omzetten ten opzichte van 2019’

Bedrijven kunnen personeel tegemoet komen en opbrengen als bedrijfskosten

De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), heeft zich altijd ingezet om een duidelijke boodschap te brengen naar het bedrijfsleven. Zo heeft de VSB ook een oproep aan het Surinaams bedrijfsleven gedaan om met name de restaurants met gesloten ruimtes en open terrassen op een voor hen gepaste manier te ondersteunen.

“Wij verwijzen hierbij ook naar een voorbeeld van enkele bedrijven die nu al waardebonnen afnemen bij verschillende restaurants, ten behoeve van hun personeel. Belangrijk om te weten is, dat als en indien u uw personeel tegemoet komt en de horeca steunt, kunt u dit opbrengen als bedrijfskosten, met de verreken mogelijkheden in fiscale sfeer”, aldus de VSB. De horeca gaat sinds vorig jaar gebukt onder de gevolgen van de covid-pandemie. “Ik kan natuurlijk over mijn cijfers vanuit ‘t Vat praten. We hebben het dan over een pakweg 70 procent drop in onze omzetten ten opzichte van 2019. Hierbij komt ook kijken dat met de unificatie, het verlies groter is. Dit is desastreus.”, zegt Robbin Roemer, voorzitter van Stichting Uitgaanscentrum Paramaribo (SUP), tegen de krant. In maart vorig jaar, tien maanden geleden, deed COVID-19 zijn intrede in Suriname. In deze tien maanden werd vooral de horecasector getroffen door de covid-maatregelen, die een beperking van de dienstverlening inhielden. De sector heeft sinds maart 2020, zeker 6 maanden alleen afhaal- en bezorgservice mogen verlenen. Het gaat hierbij om de restaurants met gesloten ruimtes en terrassen. “Als je daarover praat, dan zie je dat je ook ongeveer op een vergelijkbare daling neerkomt. Dat zal bij de één wat minder zijn geweest en de ander meer. Wij in het subgebied (bedrijven actief rond Sommelsdijkstraat, Kleine Waterstraat, Rietbergplein  en Wilhelminastraat, etc.) hebben het echt van de bezoekers. Wij hadden het nooit van enige afhaal of delivery. Als je nu 70 procent drop krijgt in opbrengsten, er geen zicht is op verbetering en er geen compensatie is, begint langzaam maar zeker het einde in zicht te raken”, zegt Roemer. Voor deze bedrijven zijn er twee zaken die de ontmoediging groter maken.

Er zijn bedrijven die zitten met lonen en overige sociale lasten van het personeel die voldaan moeten worden, wat moeilijk wordt met het niveau van het inkomen dat momenteel gerealiseerd wordt. “Ik denk ook dat het bij de meeste ondernemers grotendeels gaat om de huur en andere vaste lasten die men moet voldoen. Ook al zijn er concessies gedaan in de huur voor de ondernemers, uiteindelijk moet een deel voldaan worden, wat met de huidige inkomsten niet te dekken is. Dit zijn de belangrijkste kosten, waaraan men niet kan voldoen”, aldus Roemer.

More
articles