De voortvluchtige ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, heeft in september via zijn advocaten aan de rechter gevraagd, om het besluit genomen door De Nationale Assemblee (DNA) op 6 augustus 2020 om hem in staat van beschuldiging te stellen op grond van de vordering van het Openbaar Ministerie, nietig te verklaren. Deze rechtsvordering is onlangs afgewezen door rechter Suzanne Chu. Volgens de advocaat van de Staat, Gerold Sewcharan, geeft de Wet in Staat van Beschuldigingstelling Politieke Ambtsdragers aan, dat wanneer een vordering door de procureur-generaal is ingediend in De Nationale Assemblee, de ambtsdrager of gewezen ambtsdrager, moet worden gehoord. In het geval van Hoefdraad, kon DNA hier vanaf zien, omdat een specifieke vordering al een paar maanden geleden was ingediend, waarbij de feiten en de persoon niet veranderd waren. Hoefdraad werd na de eerste vordering uitputtend in de gelegenheid gesteld, DNA zijn zienswijze over de vordering aan te geven. ‘’Het is een regel die je in het bestuursrecht veelvuldig tegenkomt, dat wanneer de instantie die een beslissing moet geven, al de zienswijze van die belanghebbende heeft meegekregen in een eerdere kwestie, dan hoeft die instantie niet opnieuw de persoon uitputtend te horen”, aldus Sewcharan.
Hoefdraad was begin 2020 nog minister van Financiën van de toenmalige regering Bouterse, maar al enkele maanden wordt hij gezocht door de justitie en nu ook door Interpol. Hij wordt onder meer verdacht van oplichting, verduistering en het overtreden van de Anti-corruptiewet.
Al geruime tijd is de Surinaamse justitie op zoek naar Hoefdraad, maar Keerpunt vraagt zich af, of de Surinaamse autoriteiten daadwerkelijk nog moeite doen om de voortvluchtige ex-minister op te sporen. Naar verluidt, vluchtte hij een paar dagen na de inauguratie van de nieuwe regering, het land uit en werd hij vervolgens gesignaleerd in Guyana.
Na zijn verdwijning is gebleken dat ook verschillende vertrouwelingen van hem, het hazenpad hebben gekozen. Ook kwam men tot de ontdekking, dat hij belangrijke data van Financiën had meegenomen, waardoor er nu onvoldoende informatie beschikbaar is om te kunnen achterhalen, welke financiële stappen hij destijds exact ondernomen heeft. Volgens een adviseur op Financiën, is het duidelijk dat Hoefdraad deze informatie heeft meegenomen, omdat hij niet wilde dat die bekend werd. Volgens onze bronnen in de huidige regering, zou het gaan om gegevens met betrekking tot de vele leningen en andere overeenkomsten die de ex-minister namens Suriname, de afgelopen jaren heeft afgesloten. Het vermoeden bestaat ook binnen het departement, dat Hoefdraad zelfs commissies heeft opgestreken bij de vele deals die namens de toenmalige regering zijn afgesloten. Keerpunt vraagt zich af, hoe het mogelijk is dat het ministerie van Financiën, maar één harde schijf ter beschikking had. Waarom zijn er geen duplicaten?
Hoe kan het dat niemand anders toegang had tot deze informatie? Waar zijn de medewerkers van de financiële administratie van Financiën? Hoe is dit mogelijk geweest en waarom is dit nu pas ontdekt of naar buiten gekomen? Naar verluidt, bestond al geruime tijd het vermoeden, dat lang niet alle transacties die hij in de afgelopen jaren was aangegaan, door de beugel konden. Het Openbaar Ministerie heeft de strafbare feiten vastgelegd waarvan Hoefdraad wordt beschuldigd. De strafbare feiten zijn gepleegd in zijn ambt als minister van Financiën. Naast de strafbare feiten, heeft Hoefdraad alle bezittingen van de staat Suriname laten taxeren. Dit document is uitvoerig vastgelegd in het proces-verbaal van de procureur-generaal. De ex-minister wordt verdacht van overtreding van de Bankwet, overtreding van de Wet Money Laundring, ambtsverduistering en oplichting.
Het lijkt wel alsof Hoefdraad overal zijn sporen heeft uitgeveegd, want ook in het jaarverslag 2015 van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), is er geen duidelijkheid verkregen betreffende de juistheid van een deel van de in 2015 verantwoorde personeelskosten van de Bank, stelde een onafhankelijke accountant. In de controleverklaring heeft de accountant opgetekend, dat vijftien werknemers van de Bank sinds medio augustus 2015, geen werkzaamheden meer voor de Bank hebben verricht, maar dat wel deden voor het ministerie van Financiën. Volgens de accountant kwamen deze personen per 31 december 2015 nog voor op de salarislijst van de Bank. In de vermelding van de gemiddelde personele lasten en het aantal werknemers per 31 december 2015, zijn deze werknemers eveneens verantwoord.
Ook heeft de accountant in zijn oordeel vermeld, dat bepaalde bedrijfsmiddelen van de Bank, gekenmerkt als materiële vaste activa, door de bovenbedoelde personen en de in 2015 afgetreden president, meegenomen zijn naar hun nieuwe werkplek. Deze passage van de onafhankelijke accountant van BDO, typeert Keerpunt als nog een criminele handeling die kan worden toegevoegd aan de reeds bestaande lijst met strafbare feiten die hij inmiddels op zijn naam heeft staan.