De naam van de Nederlander Robert Putter is reeds meerdere keren in ongunstige zin verschenen in lokale en internationale media. Het was daarom geen verrassing toen zijn naam werd genoemd in de corruptieaffaire inzake de verkoop van staatspanden aan de Centrale Bank van Suriname, CBvS. In het onderzoek naar de voortvluchtige ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, zoekt de Surinaamse politie ook naar de 71-jarige Putter. Naar verluidt, was hij beleidsadviseur op de moederbank, maar eerstens adviseur van Hoefdraad. Naar bekomen informatie, is de echtgenote van Putter momenteel in Suriname en drukdoende hun vastgoed te verkopen. Het woonhuis van het echtpaar Putter aan de Condor-straat, is reeds te koop aangeboden via een bekende Surinaamse makelaar en wel voor het riante bedrag van euro 375.000. Keerpunt is van mening, dat gezien het feit dat deze man als verdachte wordt aangemerkt door het Openbaar Ministerie en er onverklaarbare transacties zijn gepleegd in zijn naam, de Staat desnoods zolang het onderzoek gaande is, beslag moet laten leggen op alle onroerende goederen die op naam staan van Putter. Wij zijn voorts van mening, dat de overheid in haar recht staat, want uit het onderzoek van de politie is gebleken, dat hij samen met de reeds aangehouden verdachte Ginmardo Kromosoeto, oud-directeur van de SPSB, dubieuze zaken heeft gedaan via verschillende stichtingen, waarvan de naam van Putter op meerdere documenten staat vermeld. Volgens het onderzoek van de politie hebben de heren staatspanden in opdracht van Hoefdraad verkocht aan een stichting. Dit is ook duidelijk geworden uit het onderzoek tegen de ex-governor van de CBvS, Robert van Trikt, die samen met de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad en de directeur Legal Compliance and International Affairs van de CBvS, Faranaaz Hausil, de Staat Suriname naar verluidt, ernstig hebben benadeeld. Hierbij zijn meerdere personen betrokken en zichtbaar gemaakt bij de handelingen die werden gepleegd door Hoefdraad; Van Trikt en Hausil. Daarbij zijn Kromosoeto en Putter in beeld gebracht bij het onderzoek. Deze verdachten hebben volgens onze informatie, samengespannen om door de ‘verkoop’ van de overheidspanden, de mogelijkheid te krijgen monetair te financieren. Voor de 17 overheidsgebouwen heeft de CBvS, een totaalbedrag van euro 105 miljoen (1e trance van 9 gebouwen voor euro 60 miljoen en de 2e trance van 8 gebouwen voor euro 45 miljoen, samen totaal 17 panden) betaald. De details van deze ‘verkoop’, staan uitgebreid vermeld in een lijvig document van de PG, waarin de vermeende strafbare feiten van ex-minister Hoefdraad werden vastgelegd. Vier onroerende goederen uit de eerste trance gebouwen, hebben een totale verkoopwaarde van SRD 76,319,983, en deze informatie was bekend bij Hoefdraad, Van Trikt en Hausil. Ook is gebleken dat Hoefdraad niet heeft geschroomd, te praten van een geschatte marktwaarde van ongeveer SRD 378 miljoen en Van Trikt en Hausil hebben hieraan meegewerkt. Nadat de CBvS voor de 2e tranche onroerende goederen had betaald, werd duidelijk, dat deze onroerende goederen, met uitzondering van het belastingkantoor aan de Sommelsdijkstraat, niet het eigendom zijn van de Staat en dat Hoefdraad ze daarom niet kon verkopen, omdat de panden op naam stonden van verschillende stichtingen, waarvan het enige bestuurslid Putter is. Hoefdraad beweerde, dat de onroerende goederen het eigendom waren van de SPSB en dat Putter adviseur was van de SPSB. De Republiek Suriname heeft op 18 december 2019, euro 11,800.000 betaald aan de SPSB (schuldaflossing aan Putter) om eigenaar te worden van genoemde onroerende goederen, die onder de verschillende stichtingen vielen van dezelfde Putter. Naar verluidt is ook gebleken, dat de onroerende goederen rond april dit jaar, nog steeds op naam stonden van stichtingen en naamloze vennootschappen met Putter als enig bestuurslid, ofschoon de Republiek Suriname per 18 december 2019 de schuld van Putter bij de SPSB had afgelost en Putter in een brief d.d. 31 december 2019 had aangegeven, de onroerende goederen over te zullen dragen aan de Republiek Suriname. Alleen al het feit dat Hoefdraad stelde, dat de onroerende goederen (2e tranche) het eigendom waren van de SPSB, kan worden aangenomen, dat Kromosoeto de onroerende goederen in de 2e tranche via Hoefdraad ten verkoop heeft geboden aan de CBvS, wetende dat deze onroerende goederen niet van de Staat Suriname waren en evenmin van de SPSB. De constructie van de verkoop van de panden is een van de mogelijkheden, die de verdachten gezamenlijk hebben toegepast om monetair te kunnen financieren. Deze monetaire financiering heeft tot gevolg gehad, dat er meer geld in omloop werd gebracht, waartegenover geen dekking stond, met als gevolg een wisselkoers die de lucht in schoot.