“De vergrijzing binnen het Openbaar Ministerie is goed opgevangen met de recente benoeming van vijftien jonge vervolgingsambtenaren. De planning wordt verder ter hand genomen om niet alleen aan de repressieve zijde van handhaving meer menskracht in te zetten, maar ook om handhavingsinstrumenten en handhavingsmechanismen te ontwikkelingen in het domein van preventie”, stelde procureur-generaal Roy Baidjnath Panday, gisteren tijdens de buitengewone openbare zitting van het Hof van Justitie ter gelegenheid van de installatie van Iwan Rasoelbaks als hofpresident en elf rechters als lid en lid plaatsvervangers van het Hof van Justitie.
De rechters Sylvanne Bradley, Jane Jensen, Sabidatdevie Nanhoe, Ishwarpersad Sonai en Alida Johanns zijn geïnstalleerd als leden van het Hof. Plaatsvervangende leden zijn de rechters Soebhas Punwasi, Deborah Haakmat, Albert Adelaar, Shanti Bikhari, Roy Elgin en Dayanand Bandhoe.
“De rechtspraak is met de installatie op bijzondere wijze versterkt. De personele versterking is tevens een versterking van de organisatie van de rechtspraak met ongetwijfeld aangename vooruitzichten voor de keten actoren, maar in het bijzonder voor de justitiabelen. Intern zal het Hof kunnen werken naar een spreiding van civiele en strafzaken, zodat de overbelasting van rechters kan worden teruggedrongen”, aldus de procureur-generaal. Volgens hem brengt de verruiming zeker ook nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals de decentralisatie van de rechtspraak.
Preventief
“Deze te verwachten ontwikkelingen zullen ook impact hebben op de werkzaamheden van het Openbaar Ministerie. Het voorkomen van strafbare feiten kan de Staat op termijn minder kosten dan wanneer wij hoofdzakelijk onze krachten inzetten in het opsporen en vervolgen van gepleegde strafbare feiten. Bij preventieve handhaving gaat het om acties die erop zijn gericht om te komen tot naleving van de regels, waarbij feitelijk het handhavend optreden gericht is op het voorkomen dat crimineel gedrag zich voordoet. Manieren om preventief op te treden, zijn gelegen in de vergroting van de capaciteit voor het kunnen handhaven van rechtsregels en het steeds opschalen van de voorlichting over deze rechtsregels”, aldus de procureur-generaal.
Verder zei de PG ook, dat het uitoefenen van toezicht op de naleving van regels als een vorm van preventief handhaven kan worden aangemerkt. “De interventies van het OM (Openbaar Ministerie) op het gebied van preventie, zullen voornamelijk ingebed moeten worden in het gezamenlijk optreden van het OM met de regiopolitie en het lokaal districtsbestuur. Aan dit samen optrekken dient een duurzaam karakter gegeven te worden. Het inzoomen op beginnende vormen van ongewenst gedrag en de overlast van criminaliteit, zullen prioriteit genieten. Kortom, de huidige formatie van het OM biedt mogelijkheden om de boven geschetste aanpak ter hand te nemen. Eveneens zullen werkcontacten met de recherche units van de politie geïntensiveerd worden”, benadrukte Baidjnath Panday.
Het werken met units binnen het OM wordt ook in gang gezet. De vorming van een unit voor corruptieonderzoeken vordert gestadig. “OM-leden en een groter team van politierechercheurs, zijn reeds actief. Het vergroten van de capaciteit van externe forensische financiële deskundigen, is nog een grote uitdaging. Ook aan de formatie van andere units wordt gewerkt, zoals de unit Verkeer, Jeugd, Zeden en Huiselijk Geweld, de unit voor Zware Grensover-schrijdende Criminaliteit en de unit Milieu. Personele versterking is een bewuste en goede stap, doch ook andere aspecten verdienen aandacht. Voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten, noem ik in dit verband de wens van herziening van ons Wetboek van Strafvordering in onder andere incorporatie van enkele goed toepasbare en controleerbare bijzondere opsporingsbevoegdheden”, aldus de procureur-generaal.
BOB
Gelet op het karakter van de bijzondere opsporingsbevoegdheden (bob), is het volgens de PG van bijzonder belang, dat het OM de inzet hiervan voortdurend toetst teneinde misbruik te voorkomen. “Immers, de bob-bevoegdheden zijn zeer ingrijpend in het privéleven van de burger. Naast meer menskracht en verbeterde wetgeving, is continue educatie vereist, vooral op het gebied van actualiteiten op de verschillende gebieden van het recht, bijvoorbeeld straf- en strafprocesrecht maar ook met betrekking tot de nieuwe vormen van criminaliteit. In de strafsector is verdere verruiming van forensische expertisegebieden zeer gewenst, zowel met betrekking tot de forensische dna alsook met betrekking tot forensische financiële deskundigheid. Ook het samenwerken van het OM met de fiscus wordt voortgezet. De grenzen voor deze samenwerking zijn reeds verkend en er zijn geen wettelijke barrières gevonden.”
Ook investeren in educatie voor griffiers en parketsecretarissen, is volgens de PG, een noodzaak. ‘’En het behoeft geen betoog dat ook de financiële beloning voor werkers in het rechtsbedrijf, aandacht verdient vooral vanwege de recente unificatiemaatregelen van de regering. Gebouwelijke voorzieningen met bijbehorende snelle internetverbindingen, zijn ook aspecten die genoemd moeten worden in het pakket van maatregelen ter versterking van de instituten van de rechterlijke macht.’’
Versterking rechterlijke macht
De PG benadrukte, dat voor zowel het Hof alsook voor het OM, er verdere activiteiten ontplooid moeten worden voor het beschrijven van de details. Vervolgens moet in gesprek worden gegaan met de regering om betrokkenheid te creëren in de stappen ter versterking van de rechterlijke macht. “Er is dus nog een weg te gaan en er is achterstand, maar met een goede wil, kunnen wij voordeel halen bij de bestaande achterstand door onder andere inhaaltrajecten op te stellen en daarbij best practices uit andere landen toepasselijk te maken voor de Surinaamse context. Voorts zult u de rechters en onze vervolgingsambtenaren, moeten doordringen van de noodzaak om zaken anders en beter aan te pakken en de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Ook dit laatste is een uitdaging.’’ De procureur-generaal zei voorts, dat deze regering herhaaldelijk heeft gezegd te willen investeren in de rechterlijke macht. ‘’Uitvoering geven aan dit vooruitzicht zal in bijzondere mate bijdragen aan versterking van de rechtsstaat”, aldus de PG.