Het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, heeft in de periode 2017-2019, de meeste werkvergunningen verleend aan mensen uit China, Guyana en de Filipijnen. Dit blijkt uit cijfers van het rapport: Arbeid in cijfers 2017-2019, dat in november 2020 is uitgekomen. Elke werkgever die een arbeidskracht met een andere nationaliteit dan de Surinaamse (een vreemdeling) in dienst wil nemen, dient in het bezit te zijn van een geldige werkvergunning. Het aanvragen van een werkvergunning is een verantwoordelijkheid van de werkgever. De vreemdeling ondersteunt de aanvraag, door deze mede te ondertekenen. De aanvraag geschiedt middels het indienen van een volledig ingevuld en ondertekend werkvergunningaanvraagformulier en andere vereiste documenten.
In het jaar 2017 zijn bij het ministerie 1899 aanvragen ingediend, waarvan 1772 een vergunning hebben gehad. Hiervan behoorden 73,5 procent tot het mannelijk en 26,5 procent tot het vrouwelijk geslacht. Het voornaamste deel van de totale toegelaten gastarbeiders was afkomstig uit China (22,1%) gevolgd door de Guyanezen (16,1%) en de Filipino’s (14,7%). In het jaar 2018 zijn 1757 aanvragen ingediend, waarvan 1685 een vergunning hebben gehad. Hiervan behoorde 74,5% tot het mannelijk en 25,5% tot het vrouwelijk geslacht. In 2018 was het voornaamste deel van de toegelaten gastarbeiders afkomstig zijn uit de Filippijnen (15,5%) en Haïti (15,5%) gevolgd door China (15,1%). In het jaar 2019 zijn 1699 aanvragen ingediend, waarvan aan 1527 een vergunning is verleend. De meeste toegelaten gastarbeiders waren afkomstig zijn uit China (18,9%) en de Filipijnen (14,4%). Gelet op de vrouwelijke toegelaten gastarbeiders, zijn de meeste afkomstig uit Guyana.
In 2017 en 2018 had het voornaamste deel van de toegelaten gastarbeiders gekozen koos voor de beroepsgroepen ‘Elementaire beroepen’ (19,75 %) gevolgd door ‘Leidinggevende beroepen’ (16,1%). In het jaar 2019 kozen de meesten voor ‘Leidinggevende beroepen’ (20,8 %) gevolgd door ‘Bedieners van fabrieksinstallatie en machines en montage medewerkers’ (14,9%).