OPPENHEIMER LENINGEN STROP VOOR REGERING

Suriname heeft in de afgelopen jaren twee enorme obligatieleningen op de internationale kapitaalmarkt uitgezet onder auspiciën van Oppenheimer. In oktober 2016 ging de regering Bouterse een obligatielening aan van USD 550 miljoen op de internationale kapitaalmarkt. De afspraak was dat deze hoofdsom in 2026 terugbetaald moest worden. Assembleelid Asiskumar Gajadien heeft in De Nationale Assemblee de opmerking gemaakt, dat er op een misdadige manier is omgegaan met staatsfinanciën. Hij haalde aan dat van de USD 550 miljoen lening via Oppenheimer, slechts USD 7.3 miljoen is besteed aan een investering in Newmont. De rest is consumptief opgemaakt, concludeerde hij op basis van de presentatie van financiënminister Albert Achaibersing. De minister deelde mee dat Staatsolie op 25 mei 2018, USD 337.534.000 heeft terugbetaald van de Oppenheimer lening aan de regering. Het geld is gestort op de rekening van de Staat bij de Centrale Bank van Suriname. Hij vertelde dat het overgrote deel van het geld voor de begroting is gebruikt. Ook is er veel monetair gefinancierd. In december 2019 ging de toenmalige regering nog een lening van USD 125 miljoen aan met behulp van Oppenheimer, zodat Suriname de Afobakadam kon overnemen van Alcoa. De rentes op de zogeheten Oppenheimer-obligatieleningen, ook wel bekend als Oppenheimer I en II, moeten jaarlijks afgelost worden. Helaas heeft Suriname vanwege het financieel wanbeleid van de regering Bouterse, een staatsschuld van ruim USD 2,7 miljard opgebouwd, ongeveer 80 procent van het bruto binnenlands product (bbp), waardoor deze aflossingen een strop zijn geworden voor de nieuwe leiders. Daarom heeft de regering Santokhi haar schuldeisers voor deze twee enorme leningen opnieuw om uitstel van betaling gevraagd. Het is de tweede keer dat zij om uitstel vraagt, de afgelopen periode was volgens deskundigen te kort om de staatskas op orde te krijgen. Zoals bekend uit de verklaring op 26 oktober, heeft de regering gebruik gemaakt van de 30 dagen uitstelperiode voor de rentebetaling van de 2026-obligaties. Naar aanleiding hiervan heeft het ministerie van Financiën en Planning, nu een verzoek tot instemming met een zogenaamde ‘standstill’ gelanceerd voor houders van zowel de 2023- als de 2026-obligaties. De rente op de obligatieleningen, een bedrag van ongeveer USD 25 miljoen, kan Suriname niet betalen. Voor Oppenheimer II (2023 notes) heeft Suriname onlangs toestemming gehad van Global Bondholder Services Corporation, voor het verzoek van uitstel van betalingen voor de lening van USD 125 miljoen. Suriname moest onlangs op 30 juni, een aflossingsdeel van USD 15 miljoen en een rentedeel van 8 miljoen US-dollar opbrengen, wat niet was betaald vanwege de financiële chaos die was achtergelaten door de regering Bouterse.  Suriname was daarom niet in staat het bedrag van USD 23 miljoen te betalen voor de eerste halfjaarlijkse betaling. De nieuwe regering heeft daarom getracht, de obligatiehouders om een herschikking van het aflossingsschema te vragen. Op de overheid is er een enorme druk ontstaan vanwege de betalingen van rente en aflossingen van buitenlandse schulden. Er werd gevraagd voor herschikking van de obligatielening die voor de duur van drie jaar was afgesloten. De 2023 Notes zijn oorspronkelijk uitgegeven op 20 december 2019 voor een totaal hoofdsom van USD 125.000.000. Op de datum van de toestemmingsverklaring bleef USD 125.000.000, in totaal de hoofdsom van de 2023 Notes uitstaan.

Ervan uitgaande dat Suriname de goedkeuring verkrijgt voor het verzoek van de Oppenheimer I (2026 notes) lening, dan zal er een uitstel zijn van bepaalde rente- en hoofdsombetalingen die anders in 2020 en begin 2021, verschuldigd zouden zijn. Deze opschorting van de betalingen zal aan meerdere doelstellingen bijdragen.  Voor ondersteuning in dit kader, vindt er overleg plaats met het Internationaal Monetair Fonds (IMF), waarbij Suriname streeft naar een overeenkomst met het fonds binnen afzienbare tijd.

Ook zal het uitstellen van betaling, Suriname de ruimte geven om een schuldenbeheersingsprogramma te ontwikkelen en dat voor te leggen aan al zijn crediteuren. Daarnaast zal het uitstellen van betalingen de autoriteiten de ruimte verstrekken om vreemde valuta te behouden om de economische crisis, gecreëerd door de vorige regering, welke verergerd is door de covid-pandemie, beheersbaar te houden.

 

More
articles