Verkoop vreemde valuta aan cambio’s onrechtmatig?

In de jaarrekening over 2015 van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), zijn er door de moederbank vreemde valuta-interventies gepleegd. De vreemde valuta-interventies via banken bedroegen totaal USD 113 miljoen en EUR 34 miljoen en via cambio’s USD 223 miljoen en EUR 13 miljoen. Van de swaptransacties met cambiohouders met in totaal een contractwaarde van respectievelijk USD 223 miljoen en EUR 13 miljoen, berust het merendeel niet op door de cambiohouders ondertekende valutaswapcontracten, hoewel de Bank de vreemde valuta wel heeft verkocht aan hen onder verkrijging van de toepasselijke retentie fee in Surinaamse dollars (SRD). Een oordeel over de rechtmatigheid van de verkoop van vreemde valuta aan cambiohouders als gevolg van de niet-getekende swapcontracten, kan niet worden gevormd.

Volgens het beoordelingsverslag van het accountantskantoor BDO, vonden de vreemde valuta-interventies via cambio’s plaats in de periode maart – november 2015 en de condities van de interventies die in valuta swapcontracten zijn vastgelegd, betreffen onder andere:

– bij de verkopen van vreemde valuta aan de cambiohouders werd een retentie fee geheven door de Bank, met een terugbetaalverplichting aan de cambiohouders,

– binnen twee weken zou de aangekochte valuta weer worden teruggenomen door de Bank en

– bij terugverkoop aan de Bank van de onder betreffend swapcontract opgekochte vreemde valuta door de cambiohouders, diende de betaalde retentie fee te worden geresidueerd door de Bank.

In de praktijk heeft de terugverkoop van de gekochte vreemde valuta door de cambiohouders in een groot deel van de gevallen evenmin plaatsgevonden. De Bank heeft in voorkomende gevallen de verkooptransacties als normale verkoop gekenmerkt en de onderhavige retentie fee-verplichting van SRD 11.713.873 als vrijval (bate) ten gunste van de transactieresultaten verantwoord (toelichting 22.1).

More
articles