Guyana publiceert provocerende kaart van het Tigri-gebied

‘Regering heeft lak aan Surinaamse opinie’

Suriname is voornemens een brug te bouwen over de Corantijnrivier. De brug zal Suriname en Guyana met elkaar verbinden. Terwijl de gesprekken tussen beide landen nog gaande zijn, heeft de Guyanese president Irfaan Ali, onlangs op zijn Facebookpagina, een landkaart gepubliceerd waarop het Tigri-gebied, het betwiste gebied tussen Guyana en Suriname, ten onrechte gerekend wordt tot Guyanees grondgebied. Volgens de Guyanese president zal het Tigri-gebied ingezet worden voor toeristische activiteiten. Arnold Kruisland (NPS), zegt aan De West, dat het de taak van de huidige regering is om de Trigi-kwestie aan te vechten. “Als ze nu zover zijn gegaan om toeristische kaart te publiceren, is het meer dan een duidelijk signaal dat zij niet in staat zijn het gebied af te staan”, zegt Kruisland. Volgens hem is het hoog tijd, dat Suriname de zaak op tafel bij de internationale rechter legt. Ook benadrukt hij, dat er geen enkele reden is om met Guyana te onderhandelen, nadat het door middel van het publiceren van de kaart, duidelijk kenbaar heeft gemaakt, dat het Guyana om het eigen belang gaat. “Ik vind wel zielig, dat de regering alsook Guyana, lak heeft aan de opinie van het Surinaamse volk. Elke vorm van commentaar wordt door beide groepen genegeerd.  Het is een hele grote fout van de regering geweest om gelijk over samenwerking te praten.

President Santokhi had bij het eerste gesprek, meteen aan Guyana moeten voorhouden dat zij geen diepgaande samenwerking kunnen aangaan, zolang Tigri niet door Guyana ontruimd wordt”, aldus Kruisland. Hij zegt, dat de regering in deze korte periode heeft laten zien, dat zij geen belang eraan hecht om Tigri op te eisen.

Volgens Kruisland moet de Tigri-kwestie niet een hoek worden gedrukt, maar internationaal aangevochten worden, omdat  Suriname een reeds gewonnen zaak heeft. Hij zegt, dat Suriname de Tigri-kwestie moet blijven aanvechten, om de soevereiniteit van het land te beschermen. “Als de president mij nu zegt, dat hij niet genoeg ingelicht is over de Tigri-kwestie, zou ik het niet geloven, omdat het ministerie van Buitenlandse Zaken alle rapporten heeft. Er zijn genoeg deskundigen bij wie navraag gedaan kan worden. Ook hebben we een Nationaal Archief, dat alles kan toelichten. De informatie is er, ze moet gewoon goed doorgenomen worden en de regering zou onder andere de hulp van deskundigen moeten inroepen”, aldus Kruisland.

door Orsilia Dinge

 

More
articles