IMF: ‘Economie blijft afhankelijk van export minerale sector’

Oliesector kan buitenlandse investeerders aantrekken

Het bruto binnenlands product (bbp) van Suriname groeide in 2019 met 2,3 procent, voornamelijk gedreven door overheidsinvesteringen in de infrastructuur en gezondheidszorg. Volgens de bijgewerkte prognoses van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) van 14 april 2020, als gevolg van het uitbreken van de COVID-19, zal de groei van het bbp naar verwachting dalen tot -4,9 procent in 2020 en aantrekken tot 4,9 procent in 2021, afhankelijk van het post-pandemische wereldwijde economische groeiherstel. De economie blijft sterk afhankelijk van de export van de minerale sector en de oliesector zou buitenlandse investeerders kunnen aantrekken dankzij de ontdekking van nieuwe olievelden voor de kust.

Volgens het IMF vertoonde de overheidsbegroting in 2019 een ernstig tekort (- 9,1% van het bbp), maar verwacht wordt dat deze in 2020 en 2021 zal stabiliseren op respectievelijk – 9,2% en – 8,3%. Het inflatiecijfer sloot in 2019 af op 4,4% en zal naar verwachting abrupt stijgen tot 27,8% in 2020 en 22,7% in 2021, volgens de laatste World Economic Outlook van het IMF (april 2020). Wat de bruto-schuld betreft, was Suriname in 2019 75,6% van zijn bbp verschuldigd, met de verwachting dat dit percentage in 2020 en 2021 zou verslechteren, wanneer de schuld respectievelijk 78,1% en 83,4% van het bbp zou moeten bedragen.

Over het algemeen wordt de economie van Suriname gekenmerkt door een sterke afhankelijkheid van de export van winningsindustrieën en een grote publieke sector. Aluminium, bauxiet, goud en olie maakten historisch ongeveer 75% van de totale export uit. Deze factoren maken de economie kwetsbaar voor schokken als gevolg van veranderingen in de prijzen van grondstoffen op de wereldmarkt. De regering speelt een grote rol in de economie door meer dan de helft van alle werknemers in dienst te nemen. Staatsbedrijven domineren ook een aantal bedrijfstakken. Om haar macro-economische stabiliteit te behouden, is de regering gestart met een privatiseringsprogramma. Uitdagingen zijn onder meer: een zwakke fiscale situatie, stijgende overheidsschuld, een onderontwikkeld monetair beleidskader en een kwetsbare banksector, snelle devaluatie van de valuta, slechte belastinginning, corruptie bij overheidsfunctionarissen, hoge inflatiecijfers en vermindering van buitenlandse hulp.

Het werkloosheidspercentage bedroeg 8,6% in 2019 en de armoede treft bijna de helft van de bevolking. Het IMF verwacht dat de werkloosheidstrend zal worden beïnvloed door de negatieve economische impact van de COVID-19 pandemie, waarvan het percentage momenteel wordt geschat op 9,5% in 2020, en afneemt tot 8,6% in 2021. Kinderen hebben ongelijke toegang tot onderwijs, vooral in de armere gebieden. Suriname heeft ook problemen met de toegang tot water en sanitaire voorzieningen. Huisvesting is een andere grote uitdaging, met een aanzienlijk aantal mensen dat in illegale woningen woont op land dat ze niet bezitten. Ongeschoolde arbeid, onderontwikkelde infrastructuur en beperkte toegang tot krediet, vormen een verdere belemmering voor de Surinaamse bevolking. Voor de meest recente prognoses over de economische gevolgen van de covid-pandemie, zie het OECD Economic Outlook Interim Report Coronavirus: ‘The world economy at risk’ (maart 2020).

(Bron: https://export.societegenerale.fr/en/country/suriname/economy-country-risk)

 

More
articles