‘We kunnen geen brug eten’

De minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed, zei afgelopen weekend tegenover een lokaal medium, dat de brug die tussen Suriname en het buurland Guyana gebouwd zal worden, te maken heeft met de ontwikkelingen in de oliesector. Volgens de minister is in verband met deze ontwikkelingen, een goede verbinding tussen beide landen van groot belang. De gesprekken over de bouw van de brug zijn al enige tijd gaande.

Het ligt in de bedoeling dat de Guyanese president Irfaan Ali en president Chandrika-persad Santokhi, enkele overeenkomsten zullen ondertekenen op de viering van 45 jaar Surinaamse onafhankelijkheid.

De bestuurskundige August Boldewijn zegt desgevraagd, dat de regering momenteel bezig is de Surinaamse levensstandaarden te verleggen voor een niet-essentiële brug. “We kunnen geen brug eten. Ik merk nu op de dat de urgentiefase die deze regering had voorgesteld, is opgezegd voor zo te noemen populistische projecten. In de urgentiefase heeft men beloofd, uitsluitend uitstaande leningen te zullen herstructureren en hoe die eventueel afgelost zouden worden.” Volgens Boldewijn moet de regering geen overhaaste besluiten nemen.

“De voorbereidingen moeten goed zijn. De bouw van een brug is nogmaals niet slecht, alleen zal die in deze fase voor een versnelling van achteruitgang van Suriname zorgen. We hebben leningen die betaald moeten worden”, benadrukt Boldewijn.

Jurisdictie

Boldewijn legt uit dat de bouw van de brug in de toekomst wel noodzakelijk zal zijn. Echter moet volgens hem, de hulp van deskundigen die jarenlang ervaring in zulke zaken hebben opgedaan en die de geschiedenis over het grensverschil van Suriname en Guyana onder de knie hebben, ingeroepen worden.

“De jurisdictie over de brug moet goed besproken worden, gezien de problemen over de grens niet bij een ieder bekend zijn. Zo moet er nog over de rollen van beide landen overlegd worden. Suriname moet 100  procent rechtsmacht krijgen over de burg, wel moet er een regeling getroffen worden met Guyana over dat gedeelte waar de brug zal landen. Alleen over dat gedeelte kunnen ze zeggenschap hebben”, zegt Boldewijn.

Tigri niet verliezen

Volgens Boldewijn moet de regering met de commissie die belast was met de onderhandeling over het Tigri-gebied, eerst overleggen alvorens er besluiten genomen worden die mogelijk zouden kunnen leiden tot verlies van het Tigri-gebied. “We mogen het gebied onder geen enkele omstandigheid verliezen.

Waarom gaat de regering een overeenkomst tekenen, als de Tigri-kwestie bij de gevoerde gesprekken met Guyana helemaal niet aan bod is gekomen? De regering zou eerst met het buurland moeten praten over het gebied dat door hen is afgepikt”, aldus Boldewijn.

Veerboten

Boldewijn deelt de mening, dat een goede veerverbinding tussen de grensrivieren (Corantijn- en Marowijnerivier), meer prioriteit heeft dan een brug. ‘’Het bouwen van een brug komt het land duurder uit, dan het inzetten van een veerboot. Ook heb je bij een veerboot tenminste nog wat inkomsten, waarmee je over een jaar of vier kan besluiten wat je met het bedrag doet. Ten tweede zal de beveiliging van een veerboot geen miljoenen kosten als bij een brug”, stelt Boldewijn. Verder zegt hij, dat regering nu overhaast overkomt, omdat zij geen rekening heeft gehouden met onvoorziene kosten die er gaandeweg bij komen. “Het probleem is, indien je eenmaal bent begonnen met bouwwerkzaamheden, kan je niet zo makkelijk stoppen. In plaats van een brug, zou de regering moeten onderhandelen over hoe zij de bestaande bruggen gaat onderhouden en herstellen waar nodig”, aldus Boldewijn.

door Orsilia dinge

More
articles