Suriname verkeert naar aanleiding van gevoerd economisch-financieel en monetair wanbeleid van de NDP-regeringen onder leiding van de niet-monetair econoom Bouterse en zijn statisticus Hoefdraad, in een enorme financieel-economische crisis. De regering Santokhi heeft in juli, de enorm gecreëerde puinhoop overgenomen van de het Bouterse II kabinet. Wat ze overgenomen heeft, kan gerust als een ravage op elk gebied worden gekwalificeerd. Ze werd gelijk al na haar aantreden, geconfronteerd met een begrotingstekort dat in de miljarden beloopt, en wel in SRD als vreemde valuta. Voorts keek ze gelijk aan tegen een schuldenberg van miljarden in SRD en honderden miljoenen dollars die ze toch op de een of andere manier zal moeten voldoen. Wat de zaak alleen maar nog gecompliceerder heeft gemaakt, zijn de zeer beroerde ratings van ons land uitgebracht door erkende en gerenommeerde ratingbureaus, Fitch, Standard& Poor’s en Moody’s, die internationaal door vrijwel elk land erkend worden. Junkstatussen van CCC werd de regering Bouterse voorgeschoteld na analyse van het door haar waardeloos aangemerkt financieel-economisch en monetair beleid dat zich staande wist te houden door her en der kredieten te verkrijgen en binnen de staatshuishouding op een zeer verkeerde wijze aan te wenden. Door deze verkeerde benadering van de bestedingen zonder dat er gewerkt werd aan productiestimulering en vermeerdering gericht op de export, zonk Suriname steeds verder weg in het moeras van leningen en schulden maken. Het moest voor een ieder duidelijk worden dat op een gegeven moment, het aangaan van voordelige leningen zou aanbreken en de zaak grandioos vast zou lopen om de maandelijkse verplichte uitgaven van de overheid nog op een verantwoorde wijze te kunnen dekken. En dat moment was dus na de gehouden algemene, vrije en geheime verkiezingen in mei wel aangebroken. In de maand juli werd daarom door het regiem Bouterse zo snel mogelijk overgedragen aan de coalitieregering van Chandrikapersad Santokhi. De NDP-kliek wist precies dat op dat moment de staatskas leeg was en wist ook, dat er aan de ambtenaren loon en vakantiegeld moest worden uitbetaald. Men heeft dan ook snel het hazenpad gekozen en de zware financiële last op de schouders van de regering Santokhi gedeponeerd. “Koti Komopo gi a slag”, zeggen we in het Sranangtongo. Eigenlijk meer dan laf, eerst een enorme smurrie creëren waar je de schoonmaakmiddelen niet langer voorhanden hebt en dan snel weglopen en er nog bij stellen dat ‘’wan hebie komopo tapu me skowru’’. Maar de regering Santokhi heeft mandaat gekregen en zal moeten regeren en trachten dit land uit de gecreëerde smurrie te trekken. Om dat te kunnen doen, zijn er natuurlijk wat opties, maar ze zijn zeker niet talrijk. Hulp zoeken bij vreemde regeringen zal wat voeten in de aarde hebben, want die zitten door de covid-pandemie ook in de problemen, omdat ze vrijwel allemaal fondsen moeten zien vrij te maken voor steunprogramma’s gericht op de onderdanen die door de pandemie deels of geheel werkloos zijn geraakt. Er zal wel wat assistentie kunnen worden verleend door landen als Nederland en de VS, maar die hulp zal niet al te massief zijn, gezien de voormelde uitgaven die ook daar dringend zijn. Bij financiële instellingen als banken, kunnen we ook niet meer zo gemakkelijk aankloppen, want die kijken gelijk naar onze kredietwaardigheid die thans gewoon ‘junk’ is. Een mogelijkheid is dan nog het Internationaal Monetair Fonds dat in soortgelijke crisissituaties als bij ons, wel bereid is een forse financiële injectie te geven, maar dan wel onder strikte en zeer knellende voorwaarden. En dan rijst natuurlijk onmiddellijk de vraag of wij wel kunnen voldoen aan deze pre-condities en die loslaten op een bevolking die al enorm te lijden heeft onder de gevolgen van 10 jaar NDP-wanbeleid. Een beleid dat tot gevolg heeft gehad dat onze nationale munt is gedepricieerd van SRD2.80 in 2010 tot boven de SRD 14,- voor de Amerikaanse dollar en zelfs nog meer voor de euro. Het IMF heeft een aantal zeer zware voorwaarden waaraan zal moeten worden voldaan, wil het overgaan tot overmaking van enkele honderden miljoenen dollars aan leningen om ons uit de economische crisis te halen. Subsidies die door de staat tot op heden worden betaald, moeten grotendeels verdwijnen, hetgeen betekent dat een aantal zaken, zoals de tarieven van water en elektriciteit, verder zullen stijgen. De afnemers van deze nutsvoorzieningen zullen daarvoor moeten opdraaien. En daar zal het dan ook niet bij blijven. Veel prijzen zullen nog verder stijgen en het is daarbij ook niet duidelijk of de werkgevers in publieke en private sectoren, de middelen zullen hebben om hun werknemers inflatoir bij te staan met passende en acceptabele salariscorrecties. IMF-voorwaarden stipt nakomen, is geen eenvoudige opgave en kan zeker sociale erupties tot gevolg hebben. En juist daarvoor is elke regering hier of extern zeer bevreesd, vooral omdat zulks politieke zelfmoord kan inhouden. Maar de regering Santokhi heeft zoals voormeld, niet al te veel keus en moet snel handelen, omdat haar reguliere inkomsten de uitgaven vervat in de staatsbegroting, zonder extra ondersteuning, niet kunnen dekken. Dus de moeilijke en niet ongevaarlijke weg naar het IMF bewandelen, is een van de meest voorhanden zijnde oplossingen. Maar ze is gewaarschuwd, dat zonder een redelijk goed opgezet sociaal vangnet voor de meest armlastigen in onze samenleving, komen er zeker grote problemen. De regering Sanokhi weet ook dat die groep niet klein en zeker aanzwellend is en juist daarom, moet ze zeer doordacht handelen, alvorens het IMF te omarmen. De Nieuw Front regering van Ronald Venetiaan en ook die van Bouterse I, hadden de mogelijkheid het IMF te betrekken bij het oplossen van hun financiële vraagstukken.
Beide regeringen kozen uiteindelijk niet voor een intensieve hulp en verregaande samenwerking met dit fonds, omdat ze heel goed in de gaten hadden, dat het Surinaamse volk deze last niet zou kunnen of willen dragen. Ook nu staat de IMF-optie open en schijnt het kabinet Santokhi, bereid een dergelijk zwaarwichtig programma door te voeren ter gezondmaking van de economie. Laten we hopen dat ze wel rekening houdt met de armlastigen onder ons en die zal kunnen ondersteunen. Alleen dan zal ze er zonder kleerscheuren doorheen komen. `