Van Trikt wilde moederbank nooit benadelen

Rechter Maytrie Kuldipsingh heeft het verzoek van advocaten Irvin Kanhai, Benito Pick en John Kraag, voor invrijheidstelling van de ex-governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Robert van Trikt en zijn zakenpartner Ashween Angnoe, afgewezen.  Volgens de rechter kon zij zich terugvinden in het standpunt van de officier van justitie, Cynthia Klein, dat de ernstige bezwaren tegen het tweetal, dat wordt verdacht van onder meer verduistering en witwassen, nog overeind staan. Van Trikt is weer verhoord en de zaak is verdaagd naar 26 november.

Verhoor Van Trikt

De ex-governor maakte tijdens het verhoor duidelijk, dat de handelingen die door hem gepleegd werden niet geheim waren, omdat men binnen de Centrale Bank wist wat hij deed.

Hij bevestigde wel, dat er sprake was van druk van buiten die op hem werd uitgeoefend. Ook is hij van mening, dat hij slachtoffer is geworden, omdat hij pas op een later tijdstip doorhad dat men hem voor de gek hield. Tijdens zijn verhoor gaf de ex-governor aan, dat hij nooit de bedoeling had om de moederbank te benadelen. Hij verwees iedere keer naar de mailwisselingen en WhatsApp-berichten.

Van Trikt vertelde dat toen hij aantrad als governor, de toenmalige minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, voorgesteld had om hem te begeleiden, dit omdat hij ervaring had als governor. Volgens Van Trikt was er geen duidelijke taakomschrijving hoe invulling te geven aan de functie van governor van de CBvS en de aspecten met betrekking tot monetaire financiering waren onbekend bij hem.

Clairfield

Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt Van Trikt van verduistering van staatsgelden onder beheer van de moederbank. Er is onroerend goed, waaronder zeventien panden, gekocht dat niet noodzakelijk is voor de uitoefening van de bedrijfsvoering van de CBvS. Een totaalbedrag van 105.000.000 euro ging hiermee gemoeid; althans een ander in SRD equivalent bedrag, te weten een totaal van SRD 869.055.000. Van Trikt verleende autorisatie en gaf de opdracht om het geld voor de koop van de panden te betalen aan het ministerie van Financiën. Het OM vindt dat het geld oneigenlijk is aangewend; het is onttrokken aan de bestemming waarvoor het nodig was. Het OM heeft de managing partner van de Belgische dienstverlener Clairfield Belgium N.V., Hans Buysse, ook genoemd in de zaak van Robert van Trikt.

De contracten met het Belgische Clairfield, zijn volgens Van Trikt niet op ongebruikelijke wijze gebeurd, de verantwoordelijken binnen de bank en ook Hoefdraad op de hoogte waren van deze samenwerking. Volgens het OM heeft Van Trikt als governor van de CBvS tezamen en in vereniging, diverse contracten voor miljoenen euro’s gesloten met dit Belgische bedrijf en/of Buysse. Het gaat hierbij om een bedrag van ongeveer 3.710.620 euro dat is overeengekomen als te zijn vergoeding voor de consultancydiensten voor vijf projecten. Van dit bedrag is al 2.471.000 euro aan voorschot betaald – zelfs voor een project waarvoor het totaal eindbedrag in euro’s nog bepaald moet worden.  In twee gevallen gaat het om overeenkomsten waaraan een ‘non-refundable’ vergoeding is gekoppeld, wat betekent dat de CBvS de vergoeding niet kan terugvorderen, bijvoorbeeld als de tegenpartij zich niet aan het contract houdt en of geen tegenprestatie levert. Toch is er al 50 procent voorschot betaald. Het OM ziet opzet hierin: Van Trikt heeft opzettelijk de overeenkomsten gesloten met Clairfield Benelux NV en/of Buysse. De raad van commissarissen van de moederbank was vooraf niet in kennis gesteld en had ook geen toestemming of goedkeuring gegeven voor deze handeling. De ex-governor heeft zich volgens het OM schuldig gemaakt aan meerdere misdrijven genoemd in het Wetboek van Strafrecht, waaronder valsheid in geschrifte. Zo zou Van Trikt aan directieleden en/of medewerkers van de moederbank “de opdracht hebben gegeven en/of opzettelijk geïnstrueerd valselijk althans in strijd met de werkelijkheid” een document op te stellen over valuta-interventies gepleegd tussen maart en juli 2019. Zij moesten andere totaal bedragen “noteren in ieder geval doen opnemen” in de statistieken of tabellen over de valuta-interventies. Bijvoorbeeld voor juli 2019 is 6.300.300 euro aangegeven in plaats van het werkelijke geïnverteerde bedrag van15.917.300 euro.

 

More
articles