De minister van Onderwijs en Cultuur (MinOC), Marie Levens, benadrukte gisteren tijdens de COVID-19 persconferentie, dat het MinOC samen met het ministerie van Volksgezondheid, hard heeft gewerkt om de situatie beheersbaar te maken en om de schooldeuren op een veilige manier wederom te openen. Volksgezondheids-minister Amar Ramadhin, legde ook uit dat in verband met de middag- en avondopleidingen, de avondklok is verschoven van 20.00 uur naar 21.00 uur.  Volgens minister Levens, zullen zowel de leerkrachten als leerlingen in het begin moeten wennen aan het nieuwe normaal. ‘’We gaan heel voorzichtig beginnen, op het ministerie van Onderwijs raken we nimmer in paniek. De protocollen met betrekking tot de gezondheid, handen wassen, mondkap op, handsanitizer op school, goede sanitaire voorziening, blijven hetzelfde. Verder is het van belang dat we de klassen heel klein houden, maximaal tien leerlingen per klas. Dit heeft allemaal te maken met de veiligheid die nodig is”, aldus Levens.

De directeuren moeten volgens haar ook letten op de grootte van de lokalen.

Indien er met inachtneming van de maatregelen meerdere leerlingen in een lokaal kunnen, zal het aantal leerlingen opgevoerd worden.

Per klas zijn er veel minder leerlingen en dat heeft tot gevolg dat de leerlingen maar twee dagen per week fysieke lessen zullen volgen. De andere dagen zullen opgevangen worden met speciaal voorbereid lesmateriaal. “Dit zijn op maat gestuurde opdrachten die zijn gedrukt en die de kinderen naar huis meekrijgen”, aldus de minister.

Veel andere landen hadden net als Suriname, de scholen gesloten. Een aantal landen hebben inmiddels de scholen weer heropend, hetgeen in veel landen gezorgd heeft voor een piek in het aantal covid-besmettingen. Het is volgens de minister, daarom belangrijk dat iedereen in deze periode oplettend is. “We willen dit dus niet, we leren van hoe dat gaat in andere landen. De aantallen in de lokalen blijven in het kader hiervan voorlopig heel klein”, zegt Levens.

De minister haalde ook de situatie in Apoera aan, dat na een uitbraak in totale lockdown is geplaatst. De scholen zullen daar dus nog niet beginnen, maar de bewoners van Apoera en omgeving hoeven volgens de minister niet in paniek te raken, omdat hun gezondheid voor gaat. “Het meest belangrijke is de gezondheid van de mensen op Apoera. We zullen een speciaal programma ontwikkelen, om in te halen waar dat mogelijk is. Er is rekening gehouden met verschillende aspecten in het land en er zijn per district verschillende vormen van aanpak. Het mag in elk geval niet zo zijn dat de kinderen die de voorziening niet hebben, niet mee kunnen met de lessen”, aldus Levens.

Ten aanzien van het schoolvervoer, zei Levens, dat het ministerie samen met deskundigen de mogelijkheden bekijkt om het schoolvervoer te subsidiëren. De deskundigen zullen volgens de minister, heel binnenkort bij elkaar komen voor overleg. Ook zullen de meest effectieve routes voor schoolkinderen uitgestippeld worden. “We hebben samen met de minister van TCT een team samengesteld, omdat wat er ook gebeurt, het schoolvervoer gesubsidieerd moet worden. Hoe dit precies zal geschieden, zullen we in de loop van deze week tot in details uitzoeken.’’