De directeur van de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), Michel Amafo, liet afgelopen week in een schrijven weten, dat de implementatie van de inning van de vergoeding voor gebruik van de vaargeul nog niet kan plaatsvinden, omdat uit de metingen van de MAS d.d. 4 t/m 6 september 2020 blijkt, dat de chart datum van 4,5 meter op twee locaties nog niet is bereikt. Naar verluidt is China Harbour Engineering Company Ltd (CHEC) in gebreke, want de start van het project was op 3 maart en een paar km vaargeul kan tot nu toe nog niet op 4.5m zijn. “De contractvoorwaarden voor het uitbaggeren van de vaargeul waren gebaseerd om zo snel als mogelijk te werken, zodat Suriname economische stimulans hieruit zou putten”, aldus een scheepsagent. Deskundigen vragen zich af of het hierbij om onkunde gaat of om opzet.
Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken (OW), heeft afgelopen vrijdag in De Nationale Assemblee (DNA) aangegeven, dat het baggerproject is stopgezet vanwege een betalingsachterstand. “De overeenkomst voor de uitvoering van dit project is in 2019 getekend. Dit project is in gevaar”, zei Nurmohamed. De kosten zijn geraamd op ongeveer USD 56 miljoen. Volgens de minister is er niet betaald, maar het is wel noodzakelijk dat dit project voorgezet wordt. “Dit is een van de projecten die wij belangrijk vinden. Het bedrijfsleven en de regering vinden het belangrijk. De regering zegt wij gaan door met dit project.
Wij gaan de bagger fee innen. Wij gaan nieuwe financieringsmogelijkheden bekijken”, aldus de OW-minister.
Hij gaf aan dat er ook getracht zal worden de originele strekking van het project te behouden.
Volgens Starnieuws heeft China Harbour Engineering direct na het startsein van het baggerproject van de Surinamerivier op 3 maart, het werk volledig stilgelegd. Daarbovenop komt dat de staat per dag een boete van USD 70.000 moet betalen aan de buitenlandse aannemer. Het baggerproject is voor USD 56 miljoen gegund aan China Harbour Engineering en zou in zes jaar worden voltooid. Bij het startsein gaf de toenmalige regering aan dat de vaargeul niet alleen in de diepte, maar ook in de breedte zou worden uitgediept. In het eerste jaar zou bij de monding van de Surinamerivier een kanaal worden gegraven met een breedte van 70 en 90 meter en een diepte van 2 meter. Het baggerproject werd verwelkomd en werd gezien als een goede ontwikkeling voor de productiesector en de economie van het land. Een diepere en bredere vaargeul maakt het mogelijk dat grotere schepen met meer vracht het land kunnen in- en uitvaren. Het contract met China Harbor Engineering werd uiteindelijk in december vorig jaar getekend door de ex-minister van OWT&C, Vijay Chotkan.
