SRD 1.8 miljard nodig voor aanpak COVID-19 tot december

Albert Ramdin, minister van Financiën & Planning ad interim, zei gisteren in het parlement, dat de regering SRD 1.8 miljard nodig zal hebben voor de aanpak van COVID-19 tot en met december. Ramdin zei dat op 9 juli bij wet, SRD 400 miljoen was goedgekeurd voor het noodfonds.

Naar alle waarschijnlijkheid zal de regering met een negatief saldo moeten starten wanneer alle uitgaven zijn gedaan. Van de SRD 400 miljoen uit het noodfonds, is SRD 282.950.790, 86 geregistreerd als te zijn betaald. Er is nog een uitstaand bedrag van iets meer dan SRD 98 miljoen. Er is een openstaande betaalopdracht van iets meer dan SRD 18 miljoen, welke de minister heeft besloten aan te houden. Er blijft in principe iets minder dan SRD 100 miljoen van het fonds over, maar er zijn nog uitstaande schulden en gemaakte kosten die betaald moeten worden aan een aantal hotels. “Maar ook verplichtingen van overheidswege vanuit het fonds zijn niet voldaan.

Dat is een bedrag van bijkans SRD 182 miljoen aan AOV, AKB en bijstand aan zwakke huishoudens. Dus hoogstwaarschijnlijk komen we voorde komende zes maanden op een negatief saldo wanneer alle uitgaven zijn gedaan”, stelde Ramdin.

De kosten voor de komende vijf maanden zijn verdeeld  over onderwijs waarbij een bedrag van SRD 50 miljoen nodig is en tegemoetkoming aan het bedrijfsleven SRD 500 miljoen. De betaling van AOV, kinderbijslag, uitkering en ondersteuning aan zwakke huishoudens, is op basis van de achterstanden geraamd op SRD 500 miljoen. Voor medische investeringen is SRD 400 miljoen nodig en SRD 300 miljoen voor operationeel management. Dit is een totaal bedrag van 1.8 miljard, maar de regering stelt voor dat het bedrag dat geautoriseerd wordt, opgetrokken wordt naar SRD 1.5 miljard.

Ramdin merkte op dat voorheen SRD 400 miljoen was opgenomen toen er nog maar 10 – 12 mensen positief getest waren. Nu zijn er meer dan 2000 personen positief getest. De capaciteit van de zorg behoeft uitbreiding en moet er geïnvesteerd worden in de medische zorg qua apparatuur, medicatie personeel, ondersteuning aan het bedrijfsleven en gezinnen, inclusief de kosten voor de heropstart van het onderwijs op een verantwoorde manier. Ramdin verzocht het parlement het nieuwe voorstel ten aanzien van het bedrag aan te passen om te komen tot een meer realistisch bedrag van SRD 1.5 miljard.

Bij de behandeling van de Wet Uitvoering Uitzonderingstoestand waarbij het parlement de uitzonderingstoestand voor 9 augustus aanstaande moet verlengen, is gevraagd om de periode met zes maanden te verlengen. In de oorspronkelijke wet mag de uitzonderingstoestand steeds met een periode van maximaal drie maanden verlengd worden. In de laatste behandeling van de wet op 10 juli, is de wet slechts met een maand verlengd tot 9 augustus, omdat de nieuwe regering de ruimte kreeg om bij haar aantreden naar eigen inzichten te handelen. Met name Melvin Bouva (NDP) had problemen met het beperken van de samenleving voor zes maanden. Hij heeft graag dat de duur van de uitzonderingstoestand op drie maanden wordt gehouden en steeds bijgesteld wordt. Dew Sharman (VHP) zei dat er voor de periode van zes maanden gekozen is, omdat de situatie niet voorzien kan worden. “We zijn al vier maanden bezig en we gaan richting een piek. De periode is niet te lang, omdat we niet weten wat de ernst van de omvang kan zijn. Waar het niet meer hoeft, zullen we de periode inkorten”, stelde Sharman.

Het is nog niet duidelijk of het parlement zal instemmen met het verlengen van de periode van de uitzonderingstoestand met zes maanden of de goedkeuring van het bedrag van SRD 1.5 miljard. De discussies hierover zijn nog gaande. Volgens Ramdin kan er op dit moment geen uitspraak gedaan worden over de doelmatigheid van het fonds van SRD 400 miljoen of als de middelen de doelgroepen daadwerkelijk hebben bereikt. Dat zal een nader onderzoek moeten uitwijzen. Het enige document dat het ministerie van Financiën heeft ten aanzien van het fonds, is een document afkomstig van de Centrale Bank op 28 juli, waarbij een overzicht wordt gegeven van de betalingen die de moederbank ten laste van het fonds heeft gedaan. Uit het rapport is gebleken dat de betalingen ten laste van het fonds hebben plaatsgevonden op basis van e-mails vanuit het ministerie van Financiën naar de governor van de Centrale Bank.

-door Priscilla Kia-

 

 

More
articles