ONDANKBAAR EN LOODZWAAR

Vandaag  vond de inwijding   van de nieuwe president en vicepresident van de Republiek Suriname,  respectievelijk  Chandrikapersad Santokhi en Ronnie Brunswijk, onder ruime belangstelling op het Onafhankelijkheidsplein plaats. Na deze plechtige bevestiging van het president- en vicepresidentschap en de traditionele defilé, was er ruimte voor de ontvangst van de genodigden. De nieuwe regering onder leiding van Chandrikapersad Santokhi, krijgt nu het staatsbestuur in handen en zal een diepgaand inzicht verkrijgen van hoe ernstig het land financieel, economisch en monetair in de vernieling is geraakt door het wanbeleid van het vorig NDP-kabinet. Ze wordt gelijk geconfronteerd met ratings van Standard& Poor’s en Fitch die als zeer slecht moeten worden aangemerkt en ook weet ze, dat internationale en lokale schulden zeker op de korte termijn, niet terugbetaald kunnen worden. Voor Fitch en Standard& Poor’s hebben we voor wat betreft de terugbetaling van een Oppenheimerschuld van USD 125,- miljoen, al gedefauld. En dan praten we nog niet eens over de resterende reusachtige leningen bij andere crediteuren in het buitenland die ook betaald zullen moeten worden. Voor deze schulden zal de nieuwe regering zich moeten beijveren herschikkingen gedaan te krijgen. De verdiencapaciteit van de overheid is ernstig teruggelopen en ze is dus niet in staat, aan haar verplichtingen te voldoen. Bovendien is het zo, dat er ook sprake is van een sterk teruggelopen dekking van de SRD, veroorzaakt door de sterk verminderde monetaire voorraad in de Centrale Bank. Al langer dan 1.5 jaar hebben we te maken met een ernstig deviezentekort voor de meest noodzakelijke importen, de aflossing van schulden en bijvoorbeeld het betalen van de olierekening. Het gebrek aan dollars doet zich al zeker 2 jaar ernstig gevoelen en heeft de wisselkoers van het Amerikaanse geld ten opzichte van de SRD, zwaar onder druk gezet. Ook doet zich al geruime tijd een gebrek aan SRD biljetten gevoelen en dan vooral van de grotere coupures van 100, 50 en 20. Dit zou te maken hebben met het niet op tijd storten van grote sommen geld bij de banken en het niet kunnen lichten van aanmerkelijke sommen geld door de COVID-19 situatie die gemaakt heeft, dat de banken tal van veiligheidsmaatregelen hebben doorgevoerd. De regering Santokhi krijgt gelijk te maken met enorme financieringstekorten op haar begroting, die overigens nog steeds niet door De Nationale Assemblee is goedgekeurd voor het jaar 2020. Er zullen de beste en meest efficiënte maatregelen door haar deskundigen, tegenover moeten worden gesteld, om te voorkomen dat de zaak nog verder verslechtert en overslaat in sociale onrust. De regering Santokhi zal van meet af aan in alle eerlijkheid aan de samenleving moeten voorhouden, wat voor financiële augiastal voor haar is achtergelaten en daarbij haar moeten verzoeken om begrip voor de te nemen maatregelen, die uiteindelijk moeten leiden tot verlichting voor het gehele volk.  Heel duidelijk moet men gaan beseffen, dat de financiële puinhoop die overgedragen wordt van de NDP-regering Bouterse aan de coalitieregering Santokhi, soortgelijk is aan wat  de regering Venetiaan II overnam in 2000 met het verschil, dat de laatstgenoemde regering nog kon terugvallen op inkomsten uit met name de bauxietindustrie (Suralco en BHP-Billiton). Op die inkomsten kan dit aantredende kabinet helemaal niet meer rekenen en moet het hebben van opbrengsten uit de aardoliesector en de goudsector, die ruim onvoldoende zijn om alle maandelijkse uitgaven van de overheid te dekken. De regering Santokhi zal daarom haar blik naar buiten moeten richten voor hulp en begrip, om uit deze enorme financiële crisis te geraken. In ieder geval heeft ze nu reeds meer sympathie uit het rijke westen kunnen  bereiken. Reeds zijn de toezeggingen voor hulp aangemeld en daar zal zeker op worden ingespeeld. De regering Santokhi staat tegenover een loodzware en ondankbare taak die ze zal moeten klaren, daar heeft ze immers het mandaat voor gekregen van de Surinaamse kiezer. Indien  de samenwerking tussen de coalitiegenoten gezond blijft en er goed, eerlijk en prudent beleid wordt gevoerd, zal Suriname zeker betere tijden tegemoet kunnen zien.

More
articles